april 19, 2016
De week van uitersten. Van grote hoogte en zware inspanning bij de Bromo vulkaan, tot zeeniveau en twee dagen niks doen op Bali. Van voordelige treinritjes en vreselijk overprijsd privé transfers. En van Fynn die we wel achter het behang willen plakken (jammer dat ze dat hier over het algemeen niet hebben), tot Fynn die zonder mopperen z’n hele bordje leeg eet op slechts een half uurtje slapen ‘s middags. Dat dus, en meer…
We zeggen Yogyakarta eindelijk gedag. Wat hebben we het daar fijn gehad. Maar we moeten door. We hebben onwijs getwijfeld, moeten we het doen: naar de Bromo vulkaan met Fynn. Je moet midden in de nacht op, de reisdagen zijn lang, een gedoe om er te komen… En toch zijn we ervan overtuigd dat we wat missen als we het niet doen. En dus pakken we onze tassen en stappen in de trein naar Surabaya. De extreem lange ritten hebben we al gehad, deze rit van vier-en-een-half uur is een eitje. En zo hobbelen we naar Surabaya.
Dat treinen bevalt goed. Fynn loopt wat heen en weer, slaapt even (als we mazzel hebben) en we stoppen hem vol met verantwoorde snacks. Maar hij is na een paar uur ook wel een beetje verveeld en dan wordt hij lekker dwars. De vorige rit was Fynn niet lekker en heeft hij zeven uur rustig op schoot gezeten. Dat is nu wel anders. Je mag het als moeder niet zeggen, maar doe mij maar zo’n koortsig kind tijdens deze ritten 😉
Surabaya is een onwijs grote stad, druk en je stikt bijna van de uitlaatgassen, eigenlijk geen bal aan. Toch blijven we er twee nachtjes, onze trein komt pas om 20:00 uur aan en vertrekt de volgende ochtend 09:00 uur weer. Dat echte rennen willen we voorkomen, dus dan maar een extra nacht. Ons POP-hotelletje daarentegen is wel schattig. Zeg maar de gezellige variant van de bekende formule 1-hotels. We maken onze vertrouwde noodles en dan duiken we ons bed in.
Wanneer je maar een dag hebt in een stad is dat net niks. Je hebt geen idee waar je zijn moet, wat leuk is, waar je lekker eten kunt… Alles is nieuw en onwennig. We besteden de dag bij het zwembad en de kidsclub in het hotel en riskeren ons leven door te proberen bij een speeltuintje te komen. Midden op een drukke rotonde. Wie dat bedacht heeft? Nou zijn er al niet veel stoepen, laat staan een zebrapad of een stoplicht waar je fatsoenlijk over kunt steken. We vermoeden dat de enige manier om bij dit speeltuintje te komen, met de brommer is. Onze zoektocht naar een sfeervol restaurant wordt mede vanwege de stoepen, of dus eigenlijk het ontbreken ervan, gestaakt. Dit is echt de meest voetganger onvriendelijke stad die er is.
We belanden uiteindelijk bij iets dat nog het meest weg heeft van de McDonalds. Morgen gauw weer weg hier.
De trein brengt ons in Probolinggo, dichterbij de Bromo vulkaan kunnen we niet komen met de trein. We zijn werkelijk de enige toeristen die hier uitstappen, het station is klein met een grind/modderpad ervoor langs. Hmm.. We zijn dus toch een beetje overgeleverd aan de mannetjes die ons hier maar wat graag opvangen. Geen taxi of bus te bekennen. Het is nog een dik uur rijden naar Cemoro Lawang, het dorpje waar alle hotels en guesthouses gelegen zijn. Morgenvroeg vertrekt onze trein weer, dus we proberen een deal van halen en brengen te maken. Dat lukt. Inclusief de Bromo jeep excursie natuurlijk, die wordt er met gemak even bij verkocht.
In Probolinggo is het nog steeds bloedheet, 35 graden halen we met gemak vandaag. Een beetje geïrriteerd dat onze lieftallige chauffeur geen airco heeft gaan we op pad, alle ramen open. Tot we nog geen half uur onderweg zijn. We klimmen, het wordt grijs, regen, wind, als we boven zijn, zijn alle ramen dicht en ben ik maar wat blij met het ontbreken van de airco. Wat een verschil zeg! Ik schat het hier een graad of tien. We zitten dan inmiddels ook op ruim 2000 meter hoogte.
Ons hotel is gekozen op basis van een van de betere uit de slechte categorie, zeg maar de minst slechte op de beste locatie. Maar wat wil je ook. Iedereen blijft hier maar een nachtje, of eigenlijk dus maar een halve nacht want je bent hier voor de zonsopkomst. En je wil hier toch slapen, dus ze kunnen voor deze kamer ook gerust nog zo’n 40 euro vragen. De recensies op internet liegen er niet om, ik bereid me voor op het ergste. Maar he, het uitzicht is top en op ons bed ligt een dikke warme deken. Gauw eten en dan op tijd naar bed. Douchen slaan we wel een dagje over.
Kan ik het al donderdag noemen? Middenin de nacht worden we ons bed uit getrommeld. Kwart over drie is het. We rapen wat spullen bij elkaar en maken op het allerlaatste moment Fynn wakker. Die heeft even moeite, maar bij het horen van de jeep veert hij op. Dat is leuk! Hij heeft praatjes voor tien, als wij nog met dichtgeknepen oogjes plaats nemen naast onze mede jeeppassagiers.
Via maanlandschap met eindeloos niks, behalve de lichten van de jeep voor ons, rijden we naar de andere kant van het dal. Daar zigzaggen we omhoog tot er een rij winkeltjes verschijnt. Hier worden we afgezet en wordt ons op het hart gedrukt het nummerbord van de jeep te onthouden. Nee, we zijn niet de enige in een rode jeep, dus dat is niet voldoende. De weg naar het uitkijkpunt is makkelijk te vinden, je volgt gewoon de rest of wandelt langs alle winkeltjes waar je dikke jassen kunt huren en sjaals en mutsen koopt.
De warme koffie roept, dus even pauze. Een groep enthousiaste Indonesiërs van Lombok smelten als ze Fynn zien. “What’s your name?” “Fynn” zegt Fynn. Misschien hadden we een andere naam moeten verzinnen, want de rest van de ochtend hoor ik uit alle hoeken: “He Fynn! Fynn! He Fynn!” Hij wordt er helemaal kriebelig van. Ik kan me er iets bij voorstellen. Ze willen ook allemaal op de foto, en niet een keer maar wel tien keer.
Om beurten verdedigen we onze goede spot met zicht op waar straks de vulkaan verschijnt. De ander vermaakt Fynn. We zijn z’n toeta (speen) vergeten, dat was niet zo’n beste zet.. Dus alles moet uit de kast. En ondertussen komt langzaam de zon op. Ja, hier doen we het voor. Dit is helemaal te gek! De mist hangt in het dal, de pieken van de vulkaan erbovenuit en dikke rookpluimen vullen de krater van de Bromo vulkaan.
Als de zon net op is heb je eigenlijk het mooiste licht, we blijven nog even genieten en dan moeten we weer op zoek naar onze jeep. Deze brengt ons naar de voet van de vulkaan, waar zware inspanning wacht. De tocht er naar toe valt me tegen, nog best wel zwaar. Alle respect weer voor Henk die met 15kg Fynn op z’n rug de steile klim en de laatste 249 traptreden trotseert. Bovenaan een onwijs kabaal, moeder natuur laat weten dat ze er is.
Fynn vindt het niks, die begint te huilen. “Ik vind het een beetje spannend mama.” “Niet leuk.” Spannend is het zeker, vanaf de kraterrand van de Bromo vulkaan tuur je zo de diepte in. Een simpel betonnen hekje moet voorkomen dat je erin glijdt. Ik heb de cijfers er niet op nageslagen, maar hier zal vast eens een toerist opgeslokt zijn. Dat Fynn in de rugdrager zit vind ik toch wel erg fijn. Hoe onvoorspelbaar de Bromo vulkaan is lees ik als we terug zijn. In 2004 is deze spontaan uitgebarsten, twee toeristen komen om. Het zal je gebeuren zeg, als je daar bovenaan die rand staat.
Eigenlijk kunnen we van dit uitzicht en het landschap eromheen geen genoeg krijgen, maar honger hebben we inmiddels ook. Rond half negen zijn we terug voor een stevig ontbijt en dan brengt onze chauffeur ons netjes volgens afspraak naar de trein. Op naar het uiterste oosten van Java. We zijn compleet op als we in de trein stappen. Pech voor papa en mama: Fynn heeft een powernap gedaan in de auto en energie voor tien. Hij slaapt niet meer tot we rond 16:00 uur aankomen in Banyuwangi, de plaats waar de veerboot naar Bali vertrekt. Hoe houdt ie het vol? Truste!
Ook hier slechts één nachtje, we hebben het tempo er weer lekker in zitten. Ik had, na het zien van foto’s van de Ijen-vulkaan, graag iets langer gebleven. Maar misschien is het zo ook wel goed, op naar Bali. We hebben immers al geboekt. Vandaag pakken we de veerboot, er gaan er meerdere per dag dus je kunt kiezen. Ook weer zo simpel als het is, je koopt een kaartje a 6000 rupiah (40 cent) in de haven, stapt op de boot en gaan. Het toeval wil dat we naast Alex en zijn vrouw gaan zitten. Oud Riksja collega zo blijkt. Klein wereldje is het toch eigenlijk. We kletsen even over werk en wisselen wat reiservaringen uit.
Fynn is alweer in slaap gevallen, die slaapt werkelijk overal. Het kan hem niet lawaaierig, hobbelig of winderig genoeg zijn. Hij gaat liggen en slaapt. Op Bali staat onze veel te dure transfer te wachten, maar je hebt bijna geen keus. Hier heerst de veerboot maffia en taxi’s en bussen krijgen geen kans. Ach, het voordeel is dan ook wel weer dat we neerploffen en voor de deur worden afgezet. We hoeven niet meer zelf te denken. Pemuteran is onze eerste stop op Bali. Drie nachtjes blijven we, even weer wat rust op de plaats. We slapen weer op een heerlijke plek, en zeg nou eerlijk: van zo’n ontvangst word je toch hartstikke blij?
Rust, even stoppen. Zwemmen, slapen, spelen en ‘s middags lekker even naar het strand. Een zandkasteel bouwen. Fynn is eindelijk een beetje over zijn angst voor de zee heen, hij durft er zowat in. Het strand is een zwart lava strand, lekker warm dus. En ook hier weer zo jammer, dat afval. Voor de resorts is het vaak wel “schoon”, maar daar waar de vissersboten hun vangst aan wal brengen ligt overal plastic, visnetten, touw, aangespoelde slippers, je kunt het zo gek niet bedenken. En dan even verderop op het strand een heel project om koraal weer te laten aangroeien en een schildpaddenproject. Bizar!
We trakteren onze vermoeide lijven (je mag best een beetje overdrijven heb ik gehoord 😉 ) op een Balinese massage en proosten op weer een nieuwe fase: Dag Java, hallo Bali. Pemuteran stelt verder niet zo heel veel voor, het is een hoofdweg met links en rechts wat resorts en restaurants. Je kunt er bij een eilandje in de buurt mooi snorkelen, maar omdat ons plan ook naar de Gili eilanden gaat laten we dit snorkelfestijn even aan ons voorbij gaan. We zijn vanavond de enige gasten bij het restaurant aan zee. Romantisch, dat dan weer wel.
We vallen in herhaling. Ook vandaag eigenlijk voornamelijk zwembad en ‘s middags strand. Ook weer een beetje een regeldagje, we moeten in Lovina een leuke plek zoeken om iets langer te zijn. Daar vandaan gaat namelijk ons grote verleng-je-visum-avontuur starten. Drie tot vier werkdagen moet dat gaan duren. We zullen zien… Gauw verder lezen!
Draadnagelweg 6,
3525BV Utrecht
Tel: 06 - 45 02 94 57
nynke@reismetkinderen.nl
KVK: 72667133
Lovina!! Wij zaten daar in een guesthouse van een hele grappige vent. Ik weet helaas de naam niet meer. Leuke plaats wel!
Lovina is inderdaad leuk, lekker relaxed. Morgen het binnenland in, afkoelen. 🙂
De Bromo vulkaan. Lijkt me echt magisch om daar te staan en de zon op te zien komen! Had ooit al een rondreis Indonesië gepland en deze stond zeker op de to-do lijst. Helaas ging de reis destijds niet door, maar dat komt ooit nog wel. Geniet van Bali!! Goed om te zien hoe jullie actieve en lange dagen met reizen en zien afwisselen met lekker ontspannen. Njoy!!
De Bromo moet zeker op je lijstje blijven Yvonne. Super. Enne, Bali is ook niet verkeerd hoor. 😉
Hallo,
Wat leuk om je verhalen te lezen!
Wij gaan binnenkort met ons gezin (3 kinderen )naar Bali en twijfelen om naar Munduk te gaan. Lijkt mij prachtig, maar is het te doen met een kleine van 18 maanden om de tochten naar de watervallen te maken? Ik hoor het graag.
Hi Chantal, Heerlijk vooruitzicht! Munduk kan zeker, ook met je jongste. Ik vond het erg mooi, het is echt het minder toeristische (groene) binnenland. De wandeling naar de watervallen is wat slecht aangegeven, dus even bij je hostel informeren of ze iets van een kaartje hebben ofzo. En dan de kleine in de rugdrager. Het pad is wat smal en soms modderig (afhankelijk van hoeveel regen er gevallen is). En neem zelf genoeg drinken en wat lekkers mee, want er is niks te krijgen. Je kunt eens kijken bij Indonesië Kids, zij hebben Munduk ook in het programma zitten. Veel plezier!