augustus 24, 2018
De nachten zijn nog niet om over naar huis te schrijven en we durven ons soms bijna niet te laten zien aan de buren de volgende ochtend. Maar we ontmoeten ook heel mooie mensen en blijven ons verbazen over de gastvrijheid in Bosnië. Een rondreis door Bosnië met kinderen is echt een aanrader!
Vandaag zwaaien we eerst Fynn z’n leuke seniore buurtjes met hond Ben uit en dan zeggen ook wij Sarajevo weer gedag. Voordat we afreizen raken we nog aan de praat met een ander Nederlands stel (Ruud en Aniek) met dochtertje Noor die met auto en tent onderweg zijn. Henk had Ruud die avond ervoor al ontmoet bij de WC’s en het klikte gelijk. Dus later dan gepland rijden we dan echt verder Bosnië in, richting het midden van het land: Jajce. We laten ons voor wat betreft de keuze voor de volgende bestemming regelmatig leiden door inspirerende foto’s op Instagram. Zo ook nu.
Het stadje staat bekend om een enorme waterval middenin het centrum van de stad en vanwege de watermolentjes. Die waterval zien we vanuit de camper al als we aan komen rijden. De molentjes liggen toevallig bij onze camping om de hoek, aan het grote Pliva-meer.
Die camping is wel weer even een dingetje. Er is weinig aanbod in Jacje, we kiezen de enige camping uit de campercontact app, maar wat een vergane glorie. Ja, als er weinig alternatieven zijn, dan kun je het gewoon zo laten, de mensen hebben toch geen keus. Het zijn groenstroken, verhoogd met een stoeprandje. Een stuk of zeven naast elkaar, goed voor 100 plekken, met daar tussen de “weg”.
Eén toiletgebouw met flink wat wc’s, maar de een zonder slot, de ander zonder bril, weer een ander met remspoor en de laatste zonder doortrekker. De rij met wastafels is Russisch roulette: het is een gokje welke er water geeft. Iedere dag weer. Hetzelfde geldt voor warm water bij de douche: de een wel, de ander niet. En oud is op zich niet erg, maar dan moet het wel enigszins schoon zijn, maar ook dat is hier niet het geval. Het stinkt! ’s Avonds rennen de zwerfhonden over de camping achter de kat van het restaurant aan…
Gelukkig hebben we het met de buren getroffen: Lize van Fynn zijn leeftijd en Kiki van Robyn haar leeftijd. Het klikt gelijk. Want hé, Lize heeft een step en playmobiel mee. Ook Sam en Lou, twee Belgische kids van 5 en 8, horen er gelijk bij. En zo is daar de bende op de step gevormd. Henk loopt met Robyn in de buggy maar vast eens naar de watermolentjes, in de hoop dat ze nog een blokje in slaap valt, maar ook dat is vergane glorie. Op de foto’s nog vol in bedrijf, Henk treft ze droog aan. Slechts wat houten huisjes boven een droog grasland. Soms tref je het en soms valt het dus wat tegen. Maar he, je kunt niet alles hebben.
Wat we vanavond eten? Pasta voor de verandering… Ook voor de verandering willen de kids niet slapen vanavond. Wat een drama. Huilen, huilen, maar slapen ho maar, allebei. Het ging lange tijd goed maar dit is even een terugslag. Zou het de hitte zijn? Of zijn ze het reizen beu? Wie zal het zeggen. Het is bijna half 11 voordat ze eindelijk slapen. Weg avond. Henk is er helemaal klaar mee.
Overnachting: Autocamp Plivsko Jezero in Jajce (2 nachten)
Henk riep gister al: “we gaan morgen weer door hoor! Ik hoef hier niet te blijven”. En na die dramatische avond weet hij het zeker. Wegwezen hier. Hij durft zich nauwelijks te vertonen de volgende ochtend. De buren zullen wel gedacht hebben. Eigenlijk willen we ook zo snel mogelijk door, maar Fynn heeft het zo leuk. We gunnen hem ook gewoon zijn vriendjes en hij heeft het hier zo gezellig. We besluiten dus om nog een nachtje te blijven. Nadat Henk bezoek krijgt van de buurman voor een praatje en een goede bak koffie is hij ook om. We blijven nog een dag. Maar we gaan wel wat doen, want van de hele dag hier hangen worden we niet gelukkig.
We halen de fietsen er maar eens af, die hebben we pas een paar keer gebruikt. Doordat het simpele stadsfietsen zijn gebruiken we ze eigenlijk te weinig. Een mountainbike was beter op zijn plaats geweest hier. De buurvrouw doet het slim, die hangt de fietskar erachter als ze boodschappen gaat doen. Dan kun je nog eens goed inslaan. We fietsen naar de trekpleister, de Pliva waterval: 17 meter hoog en op de plek van de waterval mondt de Pliva-rivier precies uit in de Vrbas-rivier. Helaas is de waterval niet zo groots als normaal. De bodem wordt namelijk schoongemaakt voor het jaarlijkse spring-van-de-waterval event in augustus. Dus er is ergens een dammetje dicht gezet. Ondanks dat is het nog zeker de moeite waard. Henk heeft wel een onmogelijk pad bedacht (tip van andere reizigers) met het beste uitzicht, dat dan weer wel.
En we lunchen onderweg bij een ecogebeuren, ook een tip van de buren. En inderdaad, het is een mooi beschut plekje, tussen de watervallen! Op de terugweg komen we langs een kort steigerpad, Fynn slaat gelijk aan op “plankenpaadje” en natuurlijk moeten we daar even overheen. Het pad slingert tussen de watervalletjes door en dat het wel een mooi pad is blijkt als we moeten wachten op een bruidspaar dat hier foto’s wil maken. Eigenlijk willen we ook nog zwemmen in het meer, maar de dag is alweer bijna op zijn eind. En het meer nodigt ook niet echt uit. We hebben aantrekkelijkere meren gezien deze reis. Ja ik weet het, we zijn echt verwend door al dat moois.
We fietsen eerst terug naar de camping om Robyn nog even in de buggy te leggen voor haar middagslaapje, maar als dan blijkt dat al Fynn’s vriendjes alweer op de camping zijn wil hij natuurlijk niet meer zwemmen. Dag meer! Ik wil die molentjes toch ook nog wel even zien en loop dus dit keer met de buggy die kant op. Fynn wil plotseling toch mee, op zijn step natuurlijk. Dus Henk even rust, wij met z’n drieën op pad.
En het wordt nog gezelliger: we komen een puppy tegen, onwijs schattig beest. Speels als wat en net 15cm hoog. Fynn zit bijna tegen het plafond. Hij vindt ‘m eng en hoe harder hij er voor wegrent hoe leuker dat beestje het vindt natuurlijk. Ik moet ‘m dragen… Held! Maar ja, dat gaat niet met een step. Het duurt een eeuwigheid voordat Fynn er een beetje ok mee is. En als we dan eindelijk bij de watermolentjes zijn, zijn ze zowaar weer in beweging. Er wordt zelfs gezwommen. Als we terug naar de camping lopen en het hondje nergens te bekennen is, is Fynn toch wat teleurgesteld. Het lijkt ‘m wel een leuk kado voor papa zijn verjaardag. Het is dat het niet kan, maar je zou ‘m inderdaad zo meegenomen hebben. Ik heb toch altijd een zwak voor dieren.
’s Avonds wisselen we met de buren nog wat tips uit, zij gaan precies naar waar wij vandaan komen en andersom. Handig! En ineens is het dan alweer half 12. Veel te laat voor ons.
Handig als je eens niet hoeft uit te zoeken waar je heen wilt en je alles op een briefje aangeleverd krijgt. We gaan naar Una National Park en zijn alweer lekker op tijd op pad. De tip was om onderweg alvast te stoppen bij een van de watervallen in het park. Dit park ligt namelijk ongeveer tegen Plitvice NP in Kroatië aan, maar dan aan de andere kant van de grens. Mooie watervallen genoeg maar dan veel rustiger.
We stoppen bij ingang 5, de entree naar de Martin Brod waterval. Je betaalt 2 BAM (1 euro) parkeerkosten aan een mannetje dat waarschijnlijk gewoon een stukje grond voor zijn huis over had. En 2 BAM voor de entree naar de waterval. Dat zijn nog eens prijzen. Het is de moeite: deze watervallen zijn veel minder ontdekt, zelfs in juli lopen hier maar een handjevol toeristen. We krijgen even verderop een demonstratie van hoe de was gedaan wordt in een grote tobbe met water uit de rivier. Nog steeds wordt de grote was als tapijten en beddengoed hierin gewassen zegt ze. De demonstratie kost 1 BAM, ik gun het haar van harte.
En dan wandelen we nog een stukje verder het dorpje in. Sommige inwoners hebben het een beetje begrepen en hebben een bescheiden handgeschreven bord buiten gehangen met het aanbod van wat drankjes, te nuttigen op hun eigen “dakterras”. Het kost allemaal niks. Zo verdient een klein dorpje als dit toch nog een heel klein beetje aan zo’n waterval, maar het blijft een onwijs arm land. Met schitterende natuur, dat dan weer wel.
We parkeren de camper ook nog even bij het informatiecentrum (dat gesloten is op zondag) en wandelen nog een stuk langs de rivier. Je kunt hier twee tunnels door, Fynn vindt het reuze spannend en wil zijn lampje mee. De eerste kun je inderdaad door, de tweede loopt dood. Jammer, we moeten dus omkeren. En zo rijden we aan het eind van de middag de camping op. Wat een vriendelijke ontvangst weer! Heel lieve mensen. Als we zeggen dat Lize en Kiki ons hierheen gestuurd hebben worden vol trots de foto’s erbij gepakt van een paar dagen eerder. Je voelt je hier als gast echt gewaardeerd en dat is lang niet overal meer zo.
“Ga zitten!” “Biertje, cola? Hebben jullie al geluncht?” Voor we het weten staat er een bord gegrilde paprika met knoflook en creme fresh voor ons neus. Biertje erbij. De kids krijgen een zakje chips toegestopt. En zelf leven ze zo minimalistisch: in een bouwkeet. Koken doen ze in een zeer primitief buitenkeukentje of op houtvuur. Ik heb toch wel bewondering voor deze mensen. De camping ligt aan de UNA-rivier, ijskoud water! En er is een zwembad. Waar ik wel een beetje mijn vraagtekens bij heb als ik naar het water kijk, maar Fynn wil er toch in. Afkoelen, want het is hier weer lekker broeierig.
En dan ineens duiken daar de Belgen Sam en Lou weer op, hun ouders (twee moeders, daar komt Fynn later nog op terug) hebben dezelfde tip van onze buren gekregen. Fynn zijn geluk kan niet meer op, vriendjes waar je niet eens meer vriendjes mee hoeft te worden omdat je ze al kent. Yes! En Henk stort zich weer op de rubiks cube die Lou meeheeft, verslavend dat ding. Henk kan er niet tegen dat hij ‘m niet opgelost krijgt en mag ‘m zelfs ‘s avonds lenen van Lou. Zodra de zon ondergaat, verschijnt er direct een dikke laag mist boven de koude rivier. Het ziet er soort van mystiek uit en het koelt gelijk lekker af.
Overnachting: Camping Lav in Kulen Vakuf (2 nachten)
Regen, regen, regen. Wat een verschil met gister zeg en wat oogt dezelfde camping dan ineens anders. Grijs en grauw. De ietwat vervallen speeltuin is ineens heel krakkemikkig en viezig, gras nat, picknicktafel nat. Alles oogt ineens koud en vies. Maar ja, met dit weer het Una park in wil je niet, maar je wil al helemaal niet de hele dag in de camper blijven hangen. Henk durft ook de steile helling naar de openbare weg met dit weer niet aan, dus we moeten een activiteit zoeken die lopend haalbaar is.
We laten ons natregenen onderweg naar het dorpje met de mooie naam: Kulen Vakuf. Ook zo’n dorpje oogt gelijk heel treurig met slecht weer. We duiken de eerste de beste kroeg in voor een koffie, maar gelukkig worden we er niet van. De bank waar we op zitten ruikt naar natte hond en de enige andere gasten zitten zoveel sigaretten weg te paffen dat het er aardig blauw ziet. We drinken gauw onze koffie op en snellen dan weer naar buiten.
Even is het droog, dus we lopen nog iets verder. Een deel van het stadje is totaal verlaten. Het station en het spoor zijn leeg, maar alles staat er nog. Zelfs de “computers” om de wissels om te zetten. Dit was in de Joegoslavië tijd het veel gebruikte spoor van Split naar Zagreb. Nu is het een verlaten en vervallen station. De fruitbomen hangen overvol met (zure) appels en pruimen en panden staan leeg. Een oude Opel Kadett staat in de voortuin van een verlaten huis maar wordt overwoekerd door gras. En slechts een kat observeert ons vanuit het raam.
Eenmaal weer in het centrum klinkt de roep van de moskee en er is zelfs een kinderopvang waar Fynn al kwijlend achter het hek naar het speelgoed staat te staren. Hoeveel kinderen zouden hier nog op de opvang zitten? Ik kan me niet voorstellen dat die groepen vol zitten. Hier en daar staat er nog een bouwval. Een bijzonder dorpje, laat ik het daarop houden. Als we weer op de camping aankomen staat het beheersechtpaar alweer klaar om ons te begroeten en met de kids te spelen. Mooi om te zien.
Vandaag de dag waar Henk vannacht zelfs over gedroomd heeft: het verlaten van de camping. Oftewel: de steile helling. En het is niet dat het nou lekker nieuw asfalt is, nee het is een keienpad met los grind erop en sporen, lees gaten. Een andere camper die ochtend red het ook niet in een keer. We zijn inmiddels wel wat gewend maar dit is toch echt een uitdaging.
Ik loop vast vooruit, dan kan ik een beetje navigeren om de gaten heen. Als ik halverwege het pad ben zie ik in mijn ooghoeken ineens de stroomkabels in de lucht flink bewegen en hoor harde stemmen die allemaal ‘Hoooo’ roepen. Dit is niet goed! Henk heeft met de camper de elektriciteitskabels geraakt die over de weg op de camping hangen. Hij zit er in vast en is niet los te krijgen. Gelukkig zag hij het al een beetje aankomen en reed er heel voorzichtig onderdoor. Maar toch zit hij vast. Een van de hulpjes van de camping klimt op het dak van de camper en bevrijdt ons. Gelukkig! De kabel is nog heel, iedereen heeft nog stroom en ook de camper heeft er niks aan over gehouden.
En dan moeten we nog beginnen aan de helling. Als Henk al vaart maakt om omhoog te komen zie ik ineens een musje dat nog wat fladdert maar meer dood dan levend is, precies op diezelfde helling. Gauw dat beestje nog van de weg voordat Henk ‘m in volle vaart raakt. Al was ie dan misschien wel eerder uit z’n lijden verlost. Pff het was me het ochtendje wel. We zijn boven! En eigenlijk ging dat nog vrij makkelijk ook…
We zijn vroeg op pad, we willen namelijk ook nog naar de mooiste (en bekendste) waterval van Una National Park, te bezoeken vanaf eentree 3. Vanaf de hoofdweg is het nog 8 km over een eenbaansweg: smal, bochtig en gravel. Met de camper de volgende uitdaging van vandaag. Op de heenweg gelukkig geen tegenliggers, dat zou hier best een beetje spannend zijn. Eenmaal bij de ingang kopen we een kaartje (6 BAM) en botsen dan bijna weer tegen Sam en Lou op. Nu zeggen we elkaar echt gedag, wat heeft Fynn weer een lol gehad! We maken snel nog een fotootje van de 3 kids voor Fynn z’n fotoboek.
We zien hier bij de waterval, aan de overkant van de rivier, de spoorbaan lopen die ook door Kulen Vakuf loopt en waar dus geen trein meer rijdt. Hoe tof zou het zijn als ze daar een beetje nieuw leven in blazen en je zo vanaf dat stadje met de trein naar deze mooie watervallen kunt. Maar zo simpel is het niet. Dat deel van de spoorlijn ligt namelijk in Kroatië. Dat verklaart alles. Iets anders dat hier duidelijk opvalt is het publiek. In Plitvice in Kroatië zag je alleen Westers publiek (Europeanen, Aziaten). Hier in het (deels) Islamitische Bosnië zien we bijna alleen maar Arabisch publiek. Veel boerka’s en niqaab’s dus.
Terug naar de watervallen hier, je kunt goed zien dat het een broertje is van de bekende Plitvice watervallen: wat onwijs mooi! Het grote verschil is alleen dat hier maar een fractie van de toeristen komt. En daar worden wij dan weer heel blij van. Dare devils raften met gevaar voor eigen leven van de watervallen af, wij houden het bij een korte wandeling over de door Fynn zo geliefde plankenpaadjes. En we kopen een magneetje van Bosnië want dit is alweer onze laatste dag in dit mooie land.
De terugweg over de 8km lange weg gaat minder soepel. Wat een tegenliggers ineens. Achteruit voor een grotere bus, genavigeerd worden door omstanders langs een veel te dure witte sportauto en nog wat “gewone” tegenliggers. Zweten dit! We doen er bijna een uur over.
Maar dan is het echt, we zeggen ook Bosnië weer gedag en komen terug in Kroatië. Langzaam komen we steeds een stukje dichterbij huis, maar we vechten nog wel een beetje hoor! De camping waar we staan is aan de weg, op een veldje dat niet meer is dan een veldje. Nog een andere camper en een paar tentjes. Maar wel een vriendelijke uitbater die Henk trakteert op een schnapps uit eigen huis. Een mooie zonsondergang die avond. Al met al prima zo op doorreis.
Overnachting: Autocamp Radonja in Karlovac
Van Kroatië rijden we in een ruk door naar Slovenië. Daar zijn we toch echt wel een beetje verliefd op geworden deze reis, wat een mooi land. Het heeft fantastisch mooie natuur, is goed georganiseerd en alles wordt netjes onderhouden. Je merkt het gelijk als je de grens overkomt, alles ziet er weer keurig uit. In Kroatië lagen de parkeerplaatsen bezaaid met afval. Hier schone plaatsen waar je graag een stop maakt. De camping waar we uitkomen is al net zo: een paradijsje!
Op een paar heuvels staan wat boerderijtjes, een dorp kun je het niet noemen. De lap grond die bij een van deze huizen hoort is omgetoverd tot camping. Zelf je plekje kiezen, schoon sanitair met warme douche, speeltuintje, super uitzicht: wow! En we zijn de enige gasten. Hoe kan dat in juli? Voor iedereen die naar of door Slovenië reist, hier wil je staan! Die avond lopen Henk en Fynn nog een klein stukje naar een mooi kerkje. Ze zijn net op tijd terug voor er een onweersbui losbarst. Links van onze camper schijnt de zon nog, rechts regen en onweer. Je raad het al, we worden getrakteerd op een fraaie regenboog.
Overnachting: Pristava tourist village in Ivancna Gorica
Ondanks het unieke plekje besluiten we maar één nacht te blijven. We hebben nog maar drie weken en we willen nog zoveel… Het idee is nu nog een week uit te trekken voor Oostenrijk, een week Tsjechië en dan de laatste week in Zuid Duitsland te zijn. Keuzes, keuzes! De navigatie stuurt ons in het begin gelijk over de meest onmogelijke wegen. Dat krijg je als je hebt ingevoerd dat je niet over tolwegen wilt. Een half uur lang onverharde, eenbaansweggetjes, lage takken, heuvels, echt het type waarvan je denkt: waar komen we uit? Nou op weer een erg bijzonder plekje kan ik zeggen.
Mooi verscholen in de Kamnische Alpen ligt een camping met prachtig uitzicht op de bergtoppen. Bij de ingang staat een bord: pas op voor beren. Die zijn recent nog gezien. We houden ervan. Dan weet je dat je echt midden in de natuur bent. Camping is trouwens een groot woord. Grasveld, stroom en een WC, geen douche of andere (officiële) voorzieningen. Het is een veldje bij een restaurant van zeker 60 jaar oud. Met buiten een aantal picknickplaatsen want deze plek staat tevens te boek als internationale picknickplek. En dat is het interieur dus ook. In dit geval zegt een foto meer dan 1000 woorden.
Fynn is druk met de mand vol speelgoed die in al die jaren verzameld is. Dat het er blauw ziet van de rook, muf ruikt naar oma’s zolder en het bijna een soort van museum is waar hij is belandt maakt ‘m niks uit. Hij is helemaal gelukkig. De eigenaar spreekt een aardig woordje Nederlands, is iets wat vunzig en heeft toch wel een vreemd soort humor. Maar het hart op de juiste plaats! We kunnen maar één nacht blijven, want morgen start hier een jaarlijkse hardloopwedstrijd naar de top van een berg. Volgens mij kijkt hij er al een jaar naar uit, hij houdt niet op erover te praten. Foto’s hangen aan de muur. Dit is echt een dingetje hier hoor. De zwaarste hardloopwedstrijd: 10 km klimmen, 2000 hoogtemeters. Jammer voor ons helaas, we moeten het dus met één nacht doen.
Als we ons willen installeren blijkt de stroom het niet te doen. En wat wil het lot (ik geloof hier zooo in!): onze Engelse buurman heeft een metertje om alle snoeren door te meten, weten we gelijk waar het aan ligt. Stopcontact: check, campercontactdoos: check! Het blijkt een van de snoeren te zijn die is doorgebrand. Volgens de buurman is er water bij gekomen. Dat kan best, we hebben er gisteravond nog een flinke emmer van op ons camperdak gekregen. Wij hebben hier weinig kaas van gegeten en hadden het snoer waarschijnlijk weggegooid, onze buurman niet. Stekker open, draadjes los, afknippen en strippen. Geel, blauw en bruine draad weer vastzetten met tangetje en hoppa. Als nieuw! Bedankt buurman.
De Nederlanders die een uurtje na ons arriveren hebben van zo’n zelfde bui last en rijden hun camper volledig vast in het inmiddels drijfnatte gras. De Engelsman schiet opnieuw te hulp maar dit keer zonder succes. Ze moeten worden bevrijd door de eigenaar die ze er met zijn eigen bus uittrekt. Daar gaat z’n mooie grasmatje. En dat vlak voor de belangrijke dag…
We zijn redelijk vroeg en aangezien er naast het rokende restaurant met oude autootjes weinig te beleven is, willen we eigenlijk nog wel even lekker wat doen. We reden langs een bordje ‘slap’ dat waterval betekend, dus dat wordt ons doel. De wandeling erheen brengt ons alweer op heel mooie plekken. Over een bospad langs een riviertje en vervolgens bij een heel mooie kloof. Via trappetjes en houten bruggetjes kun je er een stuk inklimmen of juist vanaf grote hoogte de diepte in turen. Door de kloof stroomt kraakhelder blauw water. Eigenlijk is deze kloof een wandeling op zich al waard.
Maar we gaan voor de waterval, de bonus voor vandaag. Vanaf het bordje bij de weg zou het nog zo’n uurtje moeten zijn. Halverwege wordt de lucht donkerder en donkerder. Ik vertrouw het niet, gevoelskwestie. En dus keren we om, Fynn in tranen omdat we de waterval niet gezien hebben. En niet veel later nog een keer in tranen omdat er een giga onweersbui ons pad kruist. We zijn nat tot op ons ondergoed en door en door koud. Henk is met een huilende Robyn in de rugdrager al wat harder doorgelopen richting camper. Ik draag Fynn het laatste kwartier omdat hij niet meer kan. Hij is op. Arm kind! Gelukkig zijn we in de camper snel opgedroogd en weer warm. Wie weet doen we morgen een nieuwe poging…
Overnachting: camping Pri Jurju in Stahovica
Volgende week reizen we alweer naar Oostenrijk, langzaam komen we dichterbij huis. Oostenrijk is eigenlijk onze laatste stop waar we nog echt de bergen in kunnen, dat doen we dan ook voor de volle 100%.
Draadnagelweg 6,
3525BV Utrecht
Tel: 06 - 45 02 94 57
nynke@reismetkinderen.nl
KVK: 72667133
Leuk geschreven!
Super leuk om te lezen! Wij (Frank,Joyce en Thijmen 7mnd) staan Nu in Hongarije en gaan via Servië, Macedonië, Albanië en Montenegro ook naar Bosnië en Kroatië. Beetje hetzelfde. Onwijs leuk!
Wat heerlijk dat jullie het nog allemaal in het vooruitzicht hebben! Geniet ervan! Mocht je tips willen, let me know. 🙂