september 3, 2023
We reizen van ‘Canada off the beaten track‘ naar ‘welkom terug in de bewoonde wereld’ wanneer we over de Sea to Sky Highway rijden. Deze week dompelen we ons nog één keer onder in blauwe meren, we spotten beren en kamperen in oerbossen. Genieten dit!
Yes! Het zou regenen vandaag, maar tussen de grijze wolken door zien we blauwe lucht. Het jonge stel dat hier camphost is heeft twee kano’s en laten we die nou precies gratis en voor nop mogen lenen. Worden wij altijd blij van, dit soort spontane activiteiten. Kanoën over Crown Lake dus vanmorgen!
Aan de overkant van het meer is een waterval, normaal gaat daar een pad naar toe, maar het water staat zo hoog dat heel het bruggetje onder water staat. We glijden er met onze kano’s zo overheen. Bizar gewoon. Ik weet nog dat ik in Botswana in een boomstambootje zat en ook zo het olifantenpaadje onder me door zag glijden vanwege het hoge water in de delta. Dat is hier dus ook zo’n beetje het geval. Alleen hier geen olifanten…
Fynn zit bij mij voorin en Robyn bij Henk, dan hopen we het gewicht wat te hebben verdeeld, want wiebelig is het wel in zo’n ding vind ik. En stiekem ook best wel zwaar hoor, zeker met een kind tussen je benen in. Gelukkig is de overkant natuurlijk helemaal zo ver niet, we leggen de kano’s op het droge en wandelen (lees: klauteren op slippers) over wat boomstammen heen naar de waterval. Na de waterval geloven Robyn en ik het wel. De mannen die willen nog wel een stukje door en dus worden wij netjes aan de kant gezet en vertrekken ze weer. Ze gaan op berenjacht. Helaas, zonder beer maar met een blaar van het peddelen komen ze terug. Tijd om te gaan!
Het is een regenachtige rit, waarin de glooiende heuvels met hooibalen plaats maken voor ruige canyon. En zo’n regenachtig dagje heeft in de bergen ook wel weer wat. Het groen lijkt nog wel veel groener, de paars roze bloemen er tussen, de mistflarden langs de berghelling en dan het blauwe water en de sneeuwtoppen in de verte maken het plaatje compleet. Het is echt een prachtige route om te rijden! Zo gek dat we ons dit helemaal niet meer zo goed kunnen herinneren van onze reis in 2016. Er verschijnen ook weer waarschuwingsborden: you are in Grizzly country. Hè lekker dit!
Een bezoek aan de blauwe meren van Joffre Lakes hebben wij nog wel op ons lijstje staan, we komen er vandaag langs maar toch slaan we ‘m voor nu nog even over. Zonde om zo’n mooie wandeling naar blauwe meren in de regen te lopen. We slapen op een wildkampeerplekje net vijf minuten verder door, dan kunnen we morgen op tijd aan de wandeling beginnen. Onze slaapplek voor vandaag: een open vlakte aan het eind van een gravelweg. Uitzicht op de sneeuwbergen bij Whistler (als die niet achter de wolken verstopt zitten) en zo’n vier andere camperaars. Ver weg genoeg voor een beetje privacy en dichtbij genoeg voor wanneer er wat is. Die wildkampeerplekken zijn altijd best wel relaxt.
Ons camperraampje heeft zicht op de sneeuwbergen en in de loop van de avond wordt daar steeds een beetje meer zichtbaar van. Het trekt helemaal open. Dat belooft wat voor morgen!
Overnachting: wildkamperen vlakbij Joffre Lake
Wat we hadden gehoopt is gelukt. Geen regenwolken meer te zien. En we liggen op schema. Na het praatje met de buren (zij werkt 40 uur per week vanuit hun camper, op plekken als deze. Niet verkeerd!) rijden we naar de parkeerplaats van Joffre Lakes. Broodje smeren, nog even plassen en insmeren. Zo, klaar. We hebben er echt zin in.
Maar dan ineens: een bord met ‘daypass required’. Nee hè? Is dit een grap? We gaan toch, maar helaas treffen we rangers die controleren. We zijn niet de enige die verrast zijn. Er staan meer mensen zonder pas zich te beraden op wat nu. En deze ranger lijkt ook niet gevoelig voor onze charme. “Passen zijn gratis online aan te vragen, 1000 per dag. Tien minuten terug is internetbereik. Succes.” zegt de dame. Een ander stel voor ons hoor ik zeggen dat er online niks meer verkrijgbaar is voor vandaag. Ook zij hoopten hier nog een dagpas te bemachtigen. Zo zie je maar, ook een reisagent is echt niet altijd op de hoogte van de laatste eisen.
Als iedereen om ons heen is afgedropen en wij chagrijnig staan te zijn bij het bord met alternatieve hikes komt de dame naar ons toe. “Ga maar” zegt ze “ik had nog wat passen achter de hand maar het was net te druk om jullie die te geven.” Wat een geluk weer! Dus: reserveren als je naar Joffre Lakes wilt. Of net zoveel geluk afdwingen als dat wij gedaan hebben.
En het is het echt waard. De wandeling is echt prachtig!! Het eerste meer, daar ben je zo. Maar ga vooral voor het tweede en derde meer door. Een pittig klimmetje, we blijven het zeggen, maar je doet het wel ergens voor. Blauw blauwer blauwst. Gletsjers. Watervallen. Een enkele bikkel duikt het water in, wij verkoelen onze voetjes alleen. En dat broodje smaakt deste beter na deze inspanningen.
Eenmaal terug bij de camper moeten we nog op zoek naar een plekje voor vannacht. We rijden naar Nairn Falls Provincial park, 30 minuten voor Whistler. De plekken in Provincial Parks zijn vaak nog wel betaalbaar en vaak midden in het bos gelegen. Bij de ingang uiteraard het inmiddels bekende bord met: ‘Campground Full’. Dat kennen we inmiddels ja. Dus toch de camping op, op zoek naar de camphost of parkoperator zoals dat hier heet. We moeten flink zoeken, ze staan hier namelijk niet op de camping maar rijden zo af en toe hun ronde. Gelukkie dus dat we haar treffen. En ja hoor, laatste plek. Al kan ik me gezien de lege plekken die we nog zien niet voorstellen dat al die mensen nu nog moeten komen.
We krijgen precies het plekje toegewezen tegenover een Nederlands gezin welke we eerder ook al even spraken tijdens onze zoektocht naar de parkoperator. Toeval? Hun zoons hebben bijna dezelfde leeftijd als Fynn en Robyn en het klikt gelijk. Heerlijk vinden ze het dat ze weer even lekker kunnen spelen: verstoppertje met z’n vieren is ook leuker dan met z’n twee. En ze hebben Duckies mee, dan scoor je natuurlijk altijd punten. We zijn ze de rest van de avond kwijt en ze gaan ook weer veel te laat naar bed natuurlijk, want het is nog veel te gezellig. Nou ja, het is vakantie…
We willen ook eigenlijk nog wel een nachtje blijven, maar is er plek? Dat horen we morgen pas. Cliffhanger!
Overnachting: Nairn Falls Provincial park
De geschiedenis herhaalt zich, we moeten weer op zoek naar de parkoperator. Gelukkig hebben we haar sneller gevonden dan gister. “You are with the guy that took a dip in the river yesterday, right?” Ehm, klopt. Henk was gisteravond nog even afkoelen in de rivier, met een handdoekje om z’n middel en verder alleen een T-shirt aan trof hij haar ook al even. Nou dat heeft dus indruk gemaakt. 😉 Maar nog fijner: we hebben een plek voor vannacht. Kiezen uit een hele fijne plek aan het water of direct achter je nieuwe vriendjes? Tja, drie keer raden wat ze kiezen? Er kan dus de hele ochtend nog gespeeld worden. Maar, hebben we gezegd, we gaan wel wat doen vandaag. Ik hoef hier niet de hele dag op de camping te hangen.
Twijfel twijfel, eigenlijk willen we de bergen nog wel een keer in. Maar de gondel bij Whistler kost maar liefst CAD 225,- voor ons als gezin. Daar is de Peak2Peak bij inbegrepen; een gondel tussen twee bergtoppen. Alleen hoeven wij het voor de gondel niet te doen, die namen we in 2016 al eens. We willen gewoon lekker wandelen. En dus besluiten we dat we dat er niet voor over hebben. Zelfs Fynn en Robyn snappen dat wel. Maar welke alternatieven zijn er?
We vinden een wandeling bij Cheakamus Lake, niet te gek dalen of stijgen, drie kilometer heen en dus ook drie weer terug en een heerlijk meer als einddoel. Deal! Net na Whistler worden we een gravelweg opgestuurd. Eentje in de categorie ‘10 km per uur zigzaggend om de potholes en stenen heen’. Je moet er wat voor over hebben. Na zo’n vier kilometer wordt onze inzet beloond. En niet omdat we al bij het begin van de wandeling zijn. Het is een beer! Yes, toch nog eentje. Dat was lang geleden. De dag is nu alweer geslaagd.
Ook de wandeling is een aanrader, we lopen echt door zo’n oerbos met immens dikke bomen, mos op zowel de grond als op de bomen, varens overal en planten met van die mega grote bladeren. Regenwoud, daar doet het aan denken. We stijgen en dalen wat, komen nog een kleine marterfamilie tegen en dan na drie kilometer het verfrissende blauwe meer. Het water is heerlijk! Lekker dagje zo. Op de terugweg horen we van een stel dat ons tegemoet komt dat er zojuist twee beren op het pad gezien waren, dus dat we moeten opletten. Helaas, of gelukkig, zijn ze het bos alweer in en treffen we ze niet.
Om zes uur zijn we terug op de camping, we sturen naar ons nieuwe plekje en trekken een biertje open. Hebben we wel verdiend. Gelukkig eten we restjes, want na één biertje lig ik er al aardig af. Iets te veel zon gehad vandaag. Ook vandaag is het laat, maar het is in de camper ook nog veel te heet om te slapen. Als er geen beren op de camping gezien werden had je haast in de hangmat gaan liggen vannacht.
Overnachting: Nairn Falls Provincial park
Nog een nacht? Heel even denken we er over. Maar we hebben nog een dikke week en die willen we optimaal benutten. Dus nee, we besluiten door te reizen. Wel stoppen we eerst nog even bij de waterval die in dit park ligt, 1,5 kilometer naar de waterval en weer terug. Halverwege nog even voetjes koelen in de rivier en dan door.
Naar halverwege Whistler en Vancouver is het plan, maar een camping vinden valt nog niet mee. Voor het eerst deze reis is vol ook echt vol als we bij de camping aankomen die we op het oog hebben. De tweede puilt uit van backpackers en klimmers. Wat nu? We parkeren even bij het visitorcenter voor een plan B. Gelukkig vinden we op een kwartiertje terug nog een camping die betaalbaar is en ook weer heerlijk in het bos ligt.
Een Music free campground staat er met koeienletters. En vervolgens in kleine lettertjes: “accoustic guitars or music in headphones are permitted.” En er zijn nog veel meer regeltjes. We moeten er wel om lachen. Een selectie? Voor ieders veiligheid zijn guns, bows & arrows, sling shots als ook waterballonnen verboden (ja, echt zo als in één zin). “Connect with nature – our forest is WiFi free.” “Quiet time 10pm to 7am – wake up smiling.” Op deze familiecamping mogen kinderen niet in het bos spelen, op de paden blijven dus. En douchen gaat per 5 minuten voor één dollar, met een max van 10 minuten. Daar gaat m’n me-time. Ik kan er dus niet 5 dollar ingooien voor even een klein half uurtje niks. 😉 Nee, geintje natuurlijk. Het is echt een prima camping.
Overnachting: Squamish – Paradise Valley Campground
We gaan weer wat doen vandaag… Misschien wel de laatste “berg”wandeling van deze reis. En dan moet je jezelf een beetje uitdagen. En dus: 7km en bijna 950 hoogtemeters. De Sea to Summit Trail. Gewoon, omdat het kan. Schale troost: we kunnen met de gondel terug naar beneden en kids die zelf omhoog lopen mogen gratis naar beneden. Kijk, doen we het toch nog ergens voor.
Half 11 staan we klaar aan de start. Broodjes, reepjes, appels, snoepje en heel veel water in de rugzak. Het begin hakt er gelijk goed in, via een houten trap pakken we gelijk de eerste paar honderd meter. Hijgen en puffen is het. Gelukkig is bijna de hele klim door het bos en dus in de schaduw.
We lopen een stukje op met een hond en z’n baasje, dat doet het bij Robyn haast beter dan de beloning van een snoepje. Onderweg passeren we de gondel die ons straks naar beneden gaat brengen. En we pauzeren bij de Shannon Creek die overgaat in de immense Shannon Falls. Even lekker afkoelen is dat. Als ik het deksel van onze broodtrommel in de waterval laat glijden en Fynn een reddingspoging doet door ‘m onderaan op te vangen maakt ie zelf een glijer en dus een nat pak. Hij blijft er aardig koel onder. En de redding is geslaagd.
Sommige stukken van deze hike zijn zelfs met kettingen en touwen, reuze leuk natuurlijk. We zijn iets voor 15:00 uur boven. Niet gek! En trots dat ik ben, op allemaal! Want ook voor ons was het zweten, vooral de laatste meters. Fynn zegt niet veel later: “Ik vond deze niet zo heel zwaar hoor.” Die deed deze klim inderdaad met twee vingers in z’n neus. We trakteren onszelf op een koud biertje, een ice tea en een frietje, want hé, we hoeven toch niet meer naar beneden te lopen. In 4,5 uur naar boven en in 9 minuten naar beneden. Het is soms oneerlijk verdeeld.
En wie dan denkt dat we lekker met de voetjes omhoog kunnen… nee hoor, de zoektocht naar een camping begint weer van voor af aan. Gelukkig hebben we die van gister voor nood achter de hand.
Eerst langs de Mac. Ze mochten kiezen: of boven op de berg zo’n heerlijk ijsje in een hoorntje, of een Mc Flurry. Het werd de Mc Flurry. Tja, smaken verschillen. Gelijk maar even propaan tanken en dan via de Alice Lake camping (geen plek en de jongen bij de incheck had er ook allerminst zin in) door naar de Paradise Valley camping. Waar we nog net niet met open armen ontvangen worden. Hij moet even passen en meten, maar we mogen op de overflow parking staan. Yes! Het veldje van de kneuzen. Met nog een handje vol andere camperaars en tentgangers, die zonder reservering aankwamen.
Overnachting: Squamish – Paradise Valley Campground
Wat doen we de laatste dagen? We hebben er lang over nagedacht, alle opties bekeken, alle weerapps gecheckt. Het wordt de Sunshine coast. Leuk ook nog een keer op de ferry met de camper en echt nog even drie nachtjes relaxt.
De dag begint alleen iets minder zonnig, Fynn wil nog even gauw de bal halen die aan de andere kant van het veld ligt. En vraag me niet wat ie doet, maar hij maakt me toch een glijer over de bal. Henk heeft op deze zelfde manier eens z’n been gebroken als tweejarig mannetje, dat blijft Fynn gelukkig bespaard. Maar het grind heeft een flinke afdruk gemaakt in z’n knie en op z’n voet. Voetballen op slippers, op een grindveld… niet een heel beste combi. Die komt straks dus thuis met een knie met zo’n zacht roze huidje. Als de tranen gedroogd zijn gaan we dan echt.
Zo’n ferry overtocht in Canada blijft echt prachtig. 40 minuten lang bekijken we de kustlijn vanaf het water. Ze vliegen voorbij. Stiekem hadden we gehoopt dat de Sunshine Coast iets minder druk zou zijn, maar ook hier is het weer leuren voor een plek. We proberen twee verschillende provinciale parken, maar beide hartstikke vol. En ook geen camphost of park operator die ons kwijt kan op een noodplek of iets dergelijks. Irritant dit zeg!
Plan B, een commerciële camping. Ook die is vol, maar de dame achter de receptie heeft met ons te doen. We krijgen een plekje op de rotonde, tegen gereduceerd tarief, en de kinderen een gigantisch ijsje. Er is WiFi, er is een (verdord) grasveld waar we heerlijk picknicken. Het is tenslotte zaterdag. En de zon schijnt! Wat willen we eigenlijk nog meer?
‘s Avonds loop je zo het strand op. Het is een inham waar we zitten, maar hij komt uit in zee. Heerlijk van dat zilte water ruik je dus. We zien zeesterren, tal van kleine krabbetjes en zelfs een echt watervliegtuigje. En vlak achter het strand groeit een gigantische bramenstruik op een stukje industrieweg, niemand die hier een paar braampjes mist. Het is echt weer zo’n moment dat je denkt: dit moeten we thuis ook weer vaker doen. Een wandeling na het eten. Zo fijn. We sluiten de dag af met een zeearend in de boom. Toch nog allemaal goed gekomen vandaag!
Overnachting: Sechelt – Bayside campground & RV park
Ok, kamperen op de rotonde is leuk, maar laten we even een echte plek gaan zoeken. We rijden op tijd naar Porpoise Provincial park en gelukkig nu wel een plekje. Voor morgen wordt slecht weer voorspeld, dus die nacht boeken we toch maar weer op de camping met WiFi. En dan geen plek op de rotonde, maar een echte plek. Met stroom en water. Luxe hoor! 😉
Als we ons plekje betaald hebben en wat spulletjes hebben achter gelaten om te laten zien dat dit plekje ook echt gereserveerd is gaan we lekker op pad.
We willen naar de Skookumchuck Narrows wandelen. Vier kilometer one way, op deze plek perst een immense hoeveelheid water zich twee keer per dag door een smalle doorgang. Namelijk met eb en met vloed. Wordt het vloed dan zorgt dit dus voor gigantische golven en de perfecte stromingen voor adrenaline junkies in een kajak. Bij eb zorgt het juist voor behoorlijke draaikolken de andere kant op. Fynn en Robyn zijn overigens niet onder de indruk. Dat waren ze dan weer wel van het kaneelbroodje dat we haalden bij de bakker aan het begin van de wandeling. Dikke aanrader! Heerlijk waren ze. Ook je koffietje of ander lekkers hebben ze daar. We kochten er gelijk nog eentje voor morgen, want wie wat bewaart…
Deze “narrows” zijn ook gelijk de plek waar we onze laatste beer van deze reis zien. Heel ver weg, aan de overkant op het kiezelstrand. En toch blijft het bijzonder hoor!
Als we teruglopen hebben we al tig keer gezegd: “doe nou rustig, niet rennen hier, blijf van elkaar af. Niet duwen!” Je herkent het vast. Maar waarom zou je luisteren naar je ouders? Dit keer gaat Robyn languit. Twee kapotte knieën en ook deze legging kan in de prullenbak. We gaan zoooveel kleding hier laten en ik ben zoooo blij dat we oude spullen mee hebben.
‘s Avonds lopen we ook hier nog even naar het strand. Ik raak aan de praat met een vrouw die hier 10 minuten vandaan woont en hier toch een weekend kampeert, omdat ze het zo leuk vindt om al die internationale reizigers te treffen. Vind ik grappig. Henk gelooft het wel en wandelt nog een stukje door. En ja hoor, die geluksvogel ziet toch nog even een coyote over het strand rennen.
Overnachting: Sechelt – Porpoise Bay Provincial Park
Volgende week alweer onze laatste week. We zijn hier nog lang niet klaar… De vrijheid, de natuur, het buiten zijn. Hoe gaan we dit gevoel straks vasthouden als we weer thuis zijn?
Draadnagelweg 6,
3525BV Utrecht
Tel: 06 - 45 02 94 57
nynke@reismetkinderen.nl
KVK: 72667133
Reacties: