augustus 30, 2023
Vorige week nog trotseerden we de hoogste bergen, op en top genieten. Deze week besluiten we om Canada buiten de gebaande paden te ontdekken. We zakken af naar het zuiden. We dompelen ons onder in warmwaterbronnen, belanden in een Robinson Island avontuur en hullen ons in de smog van een bosbrand. Gelukkig duurt dat niet lang.
We hebben de knoop doorgehakt: we gaan voor ‘Canada off the beaten track!’ We gaan niet terug de Icefields Parkway op, maar juist het onbekende zuiden in. Deze regio heet West Kootenay.
Maar eerst nog even langs een inmiddels bekende plek: het zwemmeertje bij Revelstoke. Omdat dit bij een camping hoort kun je er ook wassen. En laat ik dat nou precies nog 1x willen doen voor we terug naar huis gaan. Ik stouw de hele machine vol en daarna alles in de droger. Hoppa. Gelijk even wat werkdingetjes op de WiFi hier. Lekker productieve ochtend. Ondertussen is Henk op pad voor de boodschappen, want de komende dagen zitten we dus weer in the middle of nowhere. Gelijk ook maar even tanken en het gas bijvullen.
Fynn en Robyn vermaken zich ondertussen uitstekend in het meer. Ze zijn als een van de eerste op het vlot. Al wil Fynn ook wel graag een sup huren, ze kosten maar CAD 30,- per uur. Als ik zeg dat we dat niet doen, vindt ie dat maar gek. Wat ik er even bij moet zeggen is dat Fynn ook al drie folders heeft meegenomen: van het Waterpark hier in de buurt, van een klimparcours en van de rodelbaan. Alsof het allemaal niks kost. De waarde van geld, daar moeten we duidelijk mee aan de slag. “Waarom maken we deze reis eigenlijk?” wil hij weten. Nou, om avonturen te sparen en herinneringen te maken samen.
Als we allemaal klaar zijn toeren we naar Shelter Bay, daar vandaan vertrekt ieder uur een ferry naar Galena. We moeten even wachten, want we hebben die van 13:00 uur net gemist. Volgens een medewachtende heeft de boot ook nog eens zo’n 20 minuten vertraging, want anders had je ‘m al wel het hoekje om zien komen. En hoe kun je die tijd beter benutten dan met een duik in het meer? Een ietwat spontane actie, want geen van allen heeft z’n zwemkleding aan. Maar als Henk er in z’n boxershort in duikt twijfelt Fynn heel even… “Ga je dat echt doen papa?” En nog geen minuut later ligt ook Fynn in z’n boxer in het meer. Tja, dan wil Robyn natuurlijk ook. Dus hup, ook die in d’r onderbroekje het water in. Ik heb even getwijfeld of ik hetzelfde kon doen, maar heb toch overgeslagen… 😉
We moeten nog opschieten ook als de ferry de hoek om komt, met natte kleren gauw de camper in en het dek op. Altijd leuk dit. De overtocht duurt nog geen 20 minuten. We genieten wat van het uitzicht, maken een praatje met andere passagiers en voor we het weten zijn we aan de overkant. En waar iedereen rechts gaat, gaan wij links. Na een paar kilometer asfalt gaat de weg over in gravel. De lucht wordt donkerder en het begint te waaien. Nou dit gaat de goede kant op…
We missen bijna de afslag naar Trout Lake, maar draaien op tijd en rijden dan een dorpje in dat uit slechts enkele huizen bestaat. Het staat echt midden in zo’n echt oerbos, met reuzenbomen die al honderden jaren oud moeten zijn. De bodem bedekt met varens.
“Kunnen we daar nú heen, kijk die bomen zwiepen in de wind” zegt Henk bezorgd. Het is inderdaad opgehouden met zachtjes waaien, het stormt aardig. Maar volgens mijn kaartje is het campingplekje dat we voor ogen hebben hier nog geen 100 meter verderop. Ik denk dus alleen maar: hup rijden, dan zijn we er.
We zien twee a drie campers op het strand staan, het is echt een prachtig plekje. Maar hoe zijn die daar gekomen? We zien alleen wat steile afritten waarvan onze camper die hoek nooit kan nemen. Dus we draaien. Maar…. we kunnen niet terug. Een boom die net nog zo hard stond te zwiepen, ligt languit op de weg. En het is geen kleintje. We hadden geen minuut later op die plek moeten rijden. Karma!
En nu? De weg waar we langs moeten is dus geblokkeerd, het waait hard en begint te regenen. Daar staan we dan. We besluiten de ergste storm af te wachten en dan even naar de andere camperaars te lopen om te informeren hoe zij op dat strand gekomen zijn. Die hebben ons echter allang in de gaten, dus ze komen eens even informeren. De ingang van de strandcamping ligt een stukje terug, maar wordt door de boom versperd. En die verplaats je ook niet even, veel te groot.
Er zit niks anders op dan het steile hellinkje te pakken. De meneer van de andere camper verzekert ons dat het kan met onze camper, hij zal ons wel naar beneden begeleiden. Met dichtgeknepen billen volgt Henk zijn aanwijzingen één voor één op. Stukje links, rechtdoor, iets draaien, ho stop, iets terug en kom maar. Het lukt! Man, dit hadden we never ever gedaan als deze beste man niet zo vol overtuiging gezegd had dat het kon.
En zo staan we dus, een avontuur verder, midden op het strand. Inmiddels is het droog en is de wind gaan liggen. Fynn en Robyn mogen de sup en kano van de buren lenen en zijn helemaal in hun nopjes. ‘s Avonds maken we nog een vuurtje en roosteren de allerlaatste marshmallows. En dit alles voor bijna niks, namelijk een vrijwillige bijdrage van CAD 10,-.
Overnachting: Trout Lake – Trout Lake Recreation Site
Ons Robinson avontuur kende vannacht heel veel regen. Soms was het even droog, maar dan begon het al gauw weer te druppen. Je kunt niet alles hebben hè? Gelukkig is het vanmorgen droog, maar zonnig wordt het niet. De behulpzame buren vertrekken vandaag en ook de buren van de sup pakken alles weer in. En zo is het strand dan ineens weer leeg. De weersvoorspellingen voor vandaag gaan ook niet veel verandering brengen en dus besluiten wij ons boeltje ook weer in te pakken. Een stuk verderop liggen namelijk hotsprings. Met dit wat frisse weer is dat best wel een goed plan. Er is zelfs een camping naast gelegen.
Vanaf de hoofdweg is het nog 11 km over een “rough gravelroad”, we besluiten te proberen hoe ver we komen. In een slakkengangetje hobbelen en bobbelen we over de weg, we doen er een uur over… maar dan komt de verrassing: de afdaling naar de camping. We besluiten ‘m voor nu eerst maar even op de day use parkeerplek te zetten, dan kijken we even wat voor campers er beneden staan en of dat een beetje overeenkomt met die van ons. En of we dat dus aandurven. Naar beneden geloof ik wel, maar je moet morgen ook weer omhoog natuurlijk.
Diezelfde afdaling moeten we overigens ook te voet doen, het is nog een flinke wandeling naar de rivier beneden. Daar moeten ook de hotsprings zijn. Aan de rivier zijn verschillende baden, de een heter dan de ander. Heerlijk! We starten met flink wat andere bezoekers, maar alsof die de laatste ferry nog moeten halen zijn ze ineens allemaal weg. We hebben het rijk bijna voor onszelf. Helaas zijn de kids het na een poosje zat, wij zaten nog heerlijk. Henk durft het zelfs aan om na de warme hotsprings languit in het ijskoude riviertje te gaan liggen… Brrr!
Op de terugweg lopen we even over de camping, volgens de camphost moet die afdaling prima lukken. Gewoon rustig rijden zegt ie. Dus we dalen af, op hoop van zegen. We hangen het hangmatje op, daar kan ik mooi in met m’n sudoku. Fynn en Robyn bouwen weer eens een huis van stenen, boomstam krukjes en een bed van mos. En Henk zet een stoeltje in de laatste zonnestralen van de dag en duikt in z’n boek. En omdat we zo vroeg zijn maken we ook nog lekker een vuurtje. Zonder marshmallows, die zijn op. Dat feest is echter van korte duur, de camphost komt met het slechte nieuws: er is een kampvuurverbod sinds gistermiddag. Hij moet dus weer uit. Dat verbod geldt voor heel BC, dus of we deze reis überhaupt nog een vuurtje gaan maken is de vraag…
Overnachting: Halfway River Hot Springs
Laten we maar gelijk met de deur in huis vallen, vandaag voelt een beetje als een weggegooide dag. De helling komen we inderdaad prima op, dat is het probleem niet. En ook de 11 kilometer over de gravelweg hobbelen we “met gemak” door. Maar dan? Er zijn hier zoveel mooie parken, waar we ook prachtige plaatjes van zien, alleen lijken de wandelpaden alleen voorbestemd en bereikbaar voor 4×4.
Goatrange Provincial park is er zo een. Bij veel nationale parken heb je een parkentree, waar je een kaart krijgt en dan zoek je een hike uit die je wel ziet zitten. Hier is dat anders. Geen officiële ingang, sterker nog; er lijkt überhaupt geen ingang. Wel wat 4×4 wegen, maar of daar dan een hike start? Het is ons volkomen onduidelijk. Bij het visitor centre in Nakusp krijgen we wel wat informatie en kaarten mee, maar het lijkt niet echt mogelijk die provinciale parken met een camper in te komen. Via de Wifi van dit centrum zoeken we zelf ook nog wat op terwijl de kids gamen.
We vinden een wandeling naar een waterval, de Wilson Creek Falls, dat lijkt ons wel wat. Maar ook hier lezen we dan in de reviews: “rough road to falls trailhead” of “didn’t make it to the falls, because of a flat tire”. Daar zitten we dus niet zo op te wachten. En dus kiezen we voor een plekje op de camping van Rosebery Provincial Park, wie weet start er wel een wandeling vanaf de camping…
Die is er! We starten vol goede moed. Al is het maar gewoon een stukje van een langere wandeling, het is lekker om nog even wat te doen vanmiddag. Maar al na een halve kilometer is het een gevalletje ‘door de bomen het bos niet meer zien’, we lopen een rondje. Maar dan echt een rondje van niks. Geen succes dus dit! Gelukkig is er op de camping een heel nieuwe speeltuin en loopt er een riviertje langs de camping. Daar vermaken we ons dus de rest van de dag.
Overnachting: Rosebery Provincial Park
Valhalla Provincial park is er net zo een als Goatrange, ook totaal niet duidelijk of hier een ingang is. Je ziet wel mooie bergtoppen maar of je hier kunt komen, geen idee. Wel vinden we een wandeling langs het Slocan Lake. Met verschillende zwemmogelijkheden, nou daar zijn Fynn en Robyn wel voor te paaien. Aan het begin zijn er inderdaad wat strandjes, maar hoe verder we doorlopen hoe hoger we komen. Geen hoogtemeters, maar wel flink wat steile klimmetjes en daarna ook weer dalingen. Goed voor de kuitjes zullen we maar zeggen. In de verte zien we een strandje liggen, hoe ver zou het zijn? Twee kilometer? Hooguit. Dat wordt het doel!
Fynn en Henk lopen veel harder dan de meiden, dus ze gaan vast vooruit. Robyn en ik worden nog een keer opgehouden door een klein slangetje dat de weg oversteekt (gelukkig is het geen beer…), dus we lopen wat achter. En eigenlijk ben ik er ook wel een beetje klaar mee, of Robyn vooral. We zitten op bijna 4,5 kilometer en moeten dus ook nog terug. Waarom wachten ze niet even? Hoe ver zijn ze nog doorgelopen?
Normaal gesproken laten ze op een splitsing wel iets van een hint achter. Een R in het zand of een pijl van takken. Dit keer niet… We staan op een splitsing met vier paden: rechtdoor is ‘private road, no through trail’. Die kan ik dus gelijk uitsluiten. Rechts gaat naar Pebble Beach. Links gaat naar twee meren die nog weer veel verder lopen zijn, ik kan me niet voorstellen dat ze dat zouden doen. Maar ja, links staat ook nog een bordje met Shoreline Trail. Dat kan ik me dan weer wel voorstellen, wellicht dat je zo dan bij dat strandje komt.
Hmm, we staan een minuut of vijf te dwalen. Wat te doen? We kiezen voor rechts, ik hoor wel stemmen beneden. Roep eens een keer en nog een keer en krijg dan een reactie terug. Maar niet van Henk of Fynn. Er is een kanoër beneden. Hartstikke leuk, maar hebben wij nu niks aan. Hier zijn ze dus niet. Terug omhoog. Dan toch maar naar links, kijken waar we dan uitkomen. Ik word met de minuut geïrriteerder. Waarom laten ze niet even weten welke kant ze op gegaan zijn? Ik bel eerst Henk, maar die heeft z’n simkaart eruit gehaald. Dan ons Canadese nummer maar, maar die gaat over in mijn rugzak. Daar kunnen we dus ook niks mee.
Net als we besluiten toch naar links te gaan hoor ik ineens: “Mam!!” Ik roep terug: “Fynn?! Waar zijn jullie?” “Je moet het pad volgen!” hoor ik vanuit de verte. Pad volgen? Dat is dus juist de enige optie die ik direct had uitgesloten. Ok, dus toch rechtdoor. Een paar honderd meter verderop zitten Fynn en Henk te wachten bij een picknicktafel aan een steigertje. Hartstikke mooi plekje! Maar ik ben echt mega chagrijnig als we er eindelijk zijn. En dat krijgen ze te horen ook (Ok, ik was ook ongesteld. Dat zal niet in hun voordeel gewerkt hebben…). Henk dacht dat wij wel zouden snappen dat we naar het strand (Pebble Beach) moesten lopen, dat hadden we immers afgesproken.
Fynn blijkt uiteindelijk zelf ook ongerust geweest te zijn en is ons daarom gaan roepen, niet omdat hij mij al gehoord had. Dat heeft ie dus goed aangevoeld. De picknicktafel waar we zitten is inderdaad van mensen die hier wonen, maar we hebben toestemming om daar even ons broodje op te eten en een duik in het meer te nemen. Robyn is alle ophef al gauw vergeten als hondje Sophie bij d’r komt kijken, gelukkig. Helaas krijgen we geen aanbod van de eigenaar om ons wel even met de boot terug te brengen en dus beginnen we na een uurtje maar weer aan de weg terug. Negen kilometer in de beentjes, maar er is uiteindelijk toch ook gezwommen.
Als we terugkomen bij de camper is het al bijna zes uur. Oops. En nog geen plek voor vannacht. We rijden helemaal langs het meer, waar de lucht langzaam heiig wordt: smog. Er is ergens een bosbrand gaande waardoor de hele vallei in de rook staat. De zon probeert er nog doorheen te prikken, maar heeft er zichtbaar moeite mee.
Als we aankomen op de camping ziet deze er tot onze grote verbazing behoorlijk vol uit, maar we hebben weer een van de laatste twee plekken. Uiteraard. 😉
Overnachting: Summit Lake campground
We zeggen alle hondjes op de camping weer gedag (Robyn heeft er bijna een dagtaak aan) en dan pakken we ons zooitje weer in. Er hangt veel smog in de lucht vandaag, ergens in de buurt moet een brandje zijn. Al lijkt niemand zich er ook maar enigszins druk om te maken hier op de camping. We rijden naar Fauquier, waar we op de trekpont stappen die ons in zo’n vijf minuten naar Needles vaart. We hebben amper tijd om even een fotootje te maken en dan zijn we aan de overkant. Je betaalt overigens niks voor deze oversteek, ook niet voor degene die we een paar dagen geleden namen. Het is een soort van onderdeel van het wegennet hier.
Inmiddels is het al lang lunchtijd, Fynn en Robyn hebben chronisch honger maar als het lunchtijd is kunnen we dat ook niet nog een half uur rekken. Dan hoor ik om de vijf minuten: “hoe lang nog?” “Ik heb honger, mogen we wat lekkers?” En dus nemen we de afrit naar de rest area van Lost Lake. We smeren een broodje, plaspauze en natuurlijk gaan we ook even bij het meer kijken. Daar staat een caravan geparkeerd, zou je hier kunnen en mogen overnachten? We checken even of deze plek ook in onze IOverlander app staat en wat er daar over gezegd wordt. Als de reviews goed zijn besluiten we gewoon te blijven. Helling af en we hebben een prachtige (gratis) plek aan het meer. Boondocking it is!
Het is een prachtig spiegelmeer, omringd door bossen waar volgens mij ieder moment een eland of beer uit te doorschijn kan komen en met van dat hoge riet aan de oevers. Grote blauwe libellen vliegen van rietstengel naar rietstengel. We hangen onze hangmat op, er wordt weer een hut gebouwd en er is een picknicktafel… wat wil je nog meer? We verplaatsen de borrel spontaan naar een dag eerder!
Aan het eind van de avond druppelen er nog wat campertjes binnen, maar eigenlijk heb je totaal geen last van elkaar. Sterker nog, je ziet elkaar niet eens. Er is ook een motorrijder gestrand, pech met de motor. Hij is aangeschoven bij de buren even verderop. Als Henk daar even een praatje maakt blijkt dat ie inmiddels al zes bier op heeft en nu gaat proberen een lift te krijgen naar gebied met telefoonbereik, dan kan hij in ieder geval iemand laten weten waar ie zit. Benieuwd of dat lukt… als ik ‘s avonds rond een uur of negen met Fynn nog een keer naar het toilet aan het begin van het pad loop zit ie er nog. Die gaan voorlopig niet thuiskomen, maar hij krijgt een bed en deken bij de buren aangeboden. Heerlijk dat dat dus gewoon allemaal kan.
En waar we overdag nog niet zoveel last van hadden, maar wat ‘s avonds in zwermen voorbij komt: muggen. Ze hangen met tientallen voor onze horretjes, op zoek naar een zwakke plek om alsnog binnen te komen. Ik heb de meeste ramen al dicht, alleen de dakramen staan nog open. Ik hoop dat we ze buiten hebben weten te houden…
Overnachting: Lost Lake Rest area
05:00 uur: bzzzz bzzzz nee he? Een mug! Op jacht dus. Maar het blijft er niet bij eentje, we meppen er het volgende uur wel 10 dood. Waar komen die allemaal vandaan?? Als we het bijna opgeven en Henk er zelfs al uit gegaan is omdat slapen gewoon onmogelijk blijkt stap ik de badkamer binnen en weet ik genoeg, hier vandaan dus. Het horretje zit niet goed in de houder waardoor er wel twintig een gaatje hebben weten te vinden en zich ophouden in de badkamer. De andere helft zoekt nog naar het gat en hangt hard zoemend voor het gaasje. Een paar flinke sprayen Deet doet wonderen. Ze vallen met bosjes. Helaas lukt slapen daarna niet meer, dit wordt een hele lange dag.
En wat voor dag. We rijden deze dagen door de Okanagan Valley en daar wordt het bloedje heet. Temperaturen van zo’n 34 graden worden verwacht. Niks voor ons. Maar om het dan nog enigszins dragelijk te houden hebben we kaartjes voor het waterpark gekocht. Fynn en Robyn kunnen niet wachten!
We kunnen pas om 13:00 uur inchecken op de camping en kunnen vanaf 14:00 uur naar het waterpark, we hebben dus tijd over in de ochtend. Dat komt goed uit, want na deze helse nacht zit de vaart er ook niet echt in. We plonzen eerst in het water bij het Kalamalka Lake Provincial Park, een heerlijk zwemmeertje is het. Even lekker een uurtje afkoelen.
Dan rijden we door naar de camping, we zijn terecht gekomen op ‘de Appelhof’. Althans, daar doet dit aan denken. Het is echt een stadscamping. Dat betekent hutje mutje, en als ik zeg hutje mutje dan bedoel ik dat de slide out van de buurman bijna onze camper raakt. Je kunt elkaar vanuit de camper de hand schudden. Wat erg dit! Het pad is nat gemaakt om te voorkomen dat het een grote stofbende wordt. De wietlucht komt je uit sommige tenten tegemoet. Ik mis alleen nog de stapels met kratten bier.
Gauw door naar het waterpark! De kids hebben echt hun beste day ever. Vier uur lang van iedere glijbaan af die je je maar kunt bedenken. Overal lifeguards dus ze zijn in goede handen. Fynn durft zelfs samen met Henk van de allerhoogste. Al zegt ie vijf minuten daarna nog dat ie kriebels in z’n buik heeft. Hij ging loeihard. Stoer hoor! Het is echt een heerlijke middag. Eenmaal terug op de camping halen we lekker pizza en pas tegen half 10 is het binnen enigszins uit te houden. We horen ze alle twee na 1 minuut al niet meer, helemaal kapot zijn ze. En wij ook!
Overnachting: Vernon – Dutch campground
Met gierende banden weg hier! Al moet ik zeggen dat we best ok geslapen hebben. Geen muggen, dat op zich was al een verademing. En de ene buren waren eigenlijk heel vriendelijk. Op de planning vandaag: boodschappen, dumpen, tanken, die dingen. En het belooft weer zo’n warme dag te worden, dus dan kun je maar beter in de airco van de camper zitten.
We moeten ruim 2,5 uur rijden vandaag, over highway 1, langs Kamloops waar we tanken en boodschappen doen. Het is een best veel snelweg maar zeker geen saaie route richting Cache Creek.
Het is al halverwege de middag wanneer we op de door ons uitgezochte camping aankomen: Historic Hat Creek Range, helemaal in goldrush thema. Je kunt er een kijkje nemen op het immense terrein waar diverse gebouwen nog in oude stijl staan, je kunt er goud zeven en een ritje in een oude postkoets maken. Ik stuur er geregeld ook eigen reizigers heen en krijg dan enthousiaste reacties terug. Maar als wij er rond 16:00 uur aankomen is het compleet verlaten. Er staat geen camper op de camping, geen auto op de parkeerplaats… dit is gek! We rijden een rondje, maar zien verder ook helemaal geen teken van leven. We hadden ergens gehoopt op een levendige ranch terecht te komen, maar dit is wel echt het andere uiterste.
Het toeval wil dat we vanmorgen nog van de buurman een tip kregen voor Marble Canyon Provincial Park, en laat dat hier nou maar 16 minuten vandaan liggen. Dus we verlaten de ranch en toeren door naar Marble Canyon. Het is een mooie vallei met aan beide kanten steile hellingen en een waterval. En er is een mooi meer wat behoorlijk buiten z’n oevers is getreden, een deel van de picknicktafels en een complete loopbrug staan onder water. Gelukkig weten we een droog plekje te vinden en is er op deze camping vele malen meer leven dan bij de Historic Hat Creek. We blijven!
Overnachting: Marble Canyon Provincial Park
Het einde van onze reis door Canada nadert langzaam, maar we hebben nog een paar heerlijke dagen bij Whistler in het vooruitzicht. Blauwe meren, bergen en beren…
Augustus 2023 – Een kleine ‘note’ naar aanleiding van de bosbranden die British Columbia in zijn greep houden. Wij waren hier half juli 2023, helaas is niet veel later het gebied getroffen door heftige bosbranden. Momenteel is dit gebied daarom niet bereisbaar. We wensen alle getroffen inwoners natuurlijk het allerbeste en hopen dat de branden gauw onder controle zijn. Heb je plannen een reis te maken naar Canada, volg dan de laatste updates goed!
Draadnagelweg 6,
3525BV Utrecht
Tel: 06 - 45 02 94 57
nynke@reismetkinderen.nl
KVK: 72667133
Reacties: