augustus 5, 2023
Vorige week al het begin van ons avontuur in Yellowstone National Park, deze week reizen we verder. We ontdekken het noorden, totaal anders en toch ook weer zo mooi! We gaan wild spotten, ontdekken waarom Yellowstone Yellowstone heet en reizen vervolgens door naar Glacier National Park met kinderen. Wat is dat ook weer mooi!
We pakken na het ontbijt ons boeltje weer in en zijn klaar voor vertrek. Maar… bij deze camping zaten twee gratis douchebeurten per nacht, dat betekent dat wij nu vier douches tegoed hebben. Je raadt vast wat wij vanmorgen als eerste deden. Uitgebreid douchen. “Take your time” zegt de dame die ons in de familiedouche laat. Nou dat heeft ze geweten. Heerlijk! Douchen zonder de kraan steeds dicht te moeten draaien, omdat je warme water anders op is. Gewoon twee minuten lang met je hoofd onder de straal genieten van het warme water dat op je kop plenst. Zo fijn!
Al is het iets wat werk voor niks geweest, want na een stop bij het West Thump Geyser Basin ruikt m’n haar opnieuw naar rotte eieren. Fynn en Robyn hebben de geisers inmiddels wel gezien en vragen zich af waarom ze eigenlijk nog mee moeten. En ze hebben gelijk, mooi geweest met de geisers. We gaan het noorden van Yellowstone in. Dit is de plek waar Yellowstone eigenlijk z’n naam aan dankt, je vindt hier namelijk de Grand Canyon of the Yellowstone. Iets kleiner dan de Grand Canyon, maar zeker net zo mooi. De wanden bestaan uit… jawel: gele rotsen. En in de diepte stroomt de Yellowstone rivier, die op twee plekken via een gigantische waterval naar beneden stort. Daar gaan we natuurlijk kijken!
Net als bij de grote Grand Canyon ook hier een North- en een South Rim. We komen uit het zuiden, dus de South Rim is de eerste. Vanaf een uitzichtpunt kun je de waterval zien. Je kunt helemaal langs de canyon heen lopen, maar omdat het koud is en het nog steeds zo af en toe regent pakken we de camper. Lekker Amerikaans. We rijden zo naar het punt aan het eind van de canyon: Artist Point. Vanuit hier heb je eigenlijk het mooiste doorkijkje op de gele rotsen van de canyon, met aan het eind de waterval. Deze stort hier wel 90 meter naar beneden.
Naar de North Rim is het file rijden, maar we vinden gelukkig een parkeerplekje. De eerste halte: Brink of Lower Falls Trail. De kids hebben geen zin om mee te gaan, ze blijven met z’n twee in de camper. Een uitje met z’n tweetjes dus. Via flink wat steile ‘switchbacks’ wandelen we helemaal naar beneden, tot we aan de bovenkant van de waterval staan. Onderweg passeren we wat mensen waarvan je denkt: ‘hoe dan? Die moeten straks ook weer helemaal naar boven.’ Omaatjes van in de 80, aan een arm van een familielid. Maar ze komen uiteindelijk toch ook beneden, ik zie ze overigens niet meer boven komen.
In de reisgids staat: “Het woord indrukwekkend is echt niet krachtig genoeg om te beschrijven wat je hier te zien krijgt. En als dan ook nog eens het zonnetje tevoorschijn komt, vormen regenbogen boven het ongetemde water een plaatje dat je nooit meer vergeet.” Nou, na al die regen zul je het bijna niet geloven, maar wij hebben dat geluk! Het zonnetje laat zich precies even zien als wij beneden staan, inclusief de regenboog.
De kinderen die wel zijn afgedaald zijn overigens drukker met het muisje dat hier dapper tussen al die wandelschoenen door tippelt, dan dat ze net als wij de 90 meter hoge waterval indrukwekkend vinden.
Ook bij Red Rock dalen we nog een keertje af, over een plankenpad en tal van traptreden. Nu rennen Fynn en Robyn voorop, dat vinden ze maar wat leuk. En ook hier stelt het uitzicht zeker niet teleur. En het bijzondere is dat we als enige beneden op het uitzichtplatform staan. Heerlijk! De laatste stop: Inspiration point. Nou inspiratie weer genoeg vandaag! Het is inmiddels vijf uur, een lange dag was het weer.
Ons trucje van eten op een mooie plek in het park beviel ons wel, dus ook vandaag rijden we niet naar de camping voor het avondeten. We rijden een stuk over de Wasburn Range, hier zouden de meeste grizzly’s moeten leven. Dichte bossen en open vlaktes wisselen elkaar af. Het is een prachtige bergpas die we rijden, maar geen grizzly’s. We parkeren onze camper op een picknickplek langs de weg, wie weet… en ja hoor! Geen Grizzly’s, maar wel drie gigantische bizons, die grazen op hun dooie gemakje naast onze camper en lopen daarna vlak achter onze camper langs naar de overkant. Wow, wat een beesten! We gaan moe, maar voldaan onze camping opzoeken voor vannacht…
En misschien is het de spanning van Robyn haar verjaardag, misschien de heimwee of de indrukken van vandaag (een combinatie is ook goed mogelijk), maar Fynn komt niet in slaap en is helemaal in tranen. Uiteindelijk valt ie tegen tien uur in ons bed in slaap. We laten ‘m liggen, Henk kruipt vannacht bij Robyn bovenin de alkoof. Truste!
Overnachting: Yellowstone National Park – Canyon Village
Henk lag heerlijk ondanks temperaturen rond het vriespunt! Als hij maar niet vaker besluit om lekker in Fynn z’n bed te gaan liggen… Ik daarentegen had het me een partijtje koud. Fynn drukte me steeds verder tegen het enkele glas van ons camperraampje aan. Vanavond iedereen weer lekker op z’n eigen plek hoor!
Om wakker te worden stappen we vanmorgen eerst nog een keer onder de douche. Gewoon omdat het kan. Want ook bij deze camping in de canyon zaten weer twee gratis douchebeurten. De kids vermaken zich ondertussen prima in de camper. En dan kunnen we schoon, warm en wakker op pad. De Washburn Range en ook Mount Wasburn waar we gister langsreden zijn vannacht in een dun laagje sneeuw gehuld, het is een magisch gezicht!
Als we de sneeuw weer achter ons gelaten hebben, stuiten we op een file auto’s. Dat kan maar één ding betekenen: een beer! In de berm lopen twee zwarte beren, zich niks aantrekkend van de file auto’s. Op zoek naar vers gras en alles wat ze meer eten. Gauw de camper zo goed en zo kwaad als dat gaat in de berm parkeren en een fotootje maken. Dat gaat prima, tot de ranger ons wegstuurt. We staan net als vele andere auto’s met één wiel over de witte lijn.. en dat mag niet. Gevaarlijk voor het verkeer.
Gelukkig hebben we ze hartstikke goed kunnen zien. En het stopt niet bij deze twee. Later vandaag zien we er nog twee: een van veraf, op de Lamar Valley en eentje een stuk dichterbij de weg. Helaas ook hier alweer een ranger die zorgt dat het verkeer allemaal langzaam doorrijd. Wat stiekem ook hartstikke logisch is natuurlijk, maar toch. En verder weer een hoop bizons, elk en pronghorns die we op ons lijstje kunnen bijschrijven. Een prima score vandaag!
Dat wildspotten doen we overigens niet de hele dag hoor. We stoppen ook bij Tower Falls, een 40 meter hoge waterval. Ook spelen we even aan de oever van de Yellowstone rivier en lunchen we ergens aan de Lamar Valley. Die moeten we overigens ook weer terug uitrijden, want uiteindelijk is Mammoth Hot Springs het einddoel van vandaag, dan hebben we echt alle hoeken van Yellowstone gezien afgelopen week. Tijd om verder te reizen en de geisers echt achter ons te laten. Wanneer we Mammoth Hot Springs naderen is daar ineens… de zon!
Het is zelfs zo lekker dat we de jassen in de camper laten liggen wanneer we hier alle spierwitte en oranje terrassen verkennen. Het is weer een wonderlijk gezicht! Water sijpelt van terras in terras, constant een dun laagje travertijn, een witachtig gesteente, achterlatend. Einde zomer staan deze terrassen overigens meestal droog en is de trip erheen minder interessant. Ook hier wandel je weer vooral over plankenpaadjes en trappen langs alle terrassen. Met de zon erop lijken ze nog wel veel witter te zijn.
Half 6, en we moeten nog op zoek naar een plekje voor vannacht. Tien minuten buiten het park ligt een campinkje met een paar plekken. First come first serve. We sturen een gravelweg op, helemaal naar boven. “Campground Full.” Dat hebben we vaker gezien ja. Dus hup langs het bord alsof we het niet gezien hebben. Op zoek naar de camphost.
Alsof ze ons al verwacht staat deze dame op leeftijd al buiten voor haar eigen vouwwagentje. “Do you have a reservation?” “Ehm, no. So we where hoping for an empty spot…” (liefste lach). Bingo! We mogen blijven. Ze heeft voor vannacht een dubbele site opgesplitst in twee plekken. Er staat al één campertje, als we willen mogen we aan de andere kant gaan staan. Oh Yes! Tien minuten buiten Yellowstone, we zien Mammoth Hot Springs in de verte liggen, voor 15 dollar inclusief gat in de grond toilet. Ons hoor je niet meer! Truste!
Overnachting: Eagle Creek – Gardiner
Zoooo wat was het koud vannacht! Wat ik aan had? Een joggingbroek, thermoshirt met lange mouwen en m’n sloffen. Maar mijn voeten zijn niet warm geweest, de hele nacht niet. Gelukkig kunnen we het kacheltje in onze camper ‘s morgens een slinger geven en schijnt het zonnetje buiten. Opwarmen aan de eerste zonnestralen dus.
We gaan Yellowstone nu echt gedag zeggen. Een week zijn we er geweest en ik kan wel zeggen dat we alle hoeken gezien hebben. Tijd om door te reizen. We doen onderweg een kleine boodschappenstop, want morgen staan we praktisch naast de Walmart dus dan volgt de rest. En dan reizen we langs eindeloze weilanden met koeien, sneeuwbergen links en rechts, en zien we onderweg tientallen hertjes en pronghorns.
We belanden uiteindelijk op een natuurcamping. Echt the middle of nowhere. De plekken bijna niet zichtbaar door het hoge gras, een beekje langs de camping en omringt door dennenbos. Er staat één andere campinggast: een oud mannetje, alleen. Z’n zoon moet hier zijn voor een bruiloft en hij dacht, in het kader van “nu we er toch zijn”, laat ik er wat dagen aan vast plakken. Hij zit volgens mij de hele middag te genieten van hoe Fynn en Robyn samen met Henk een hut bouwen van takken. We zien ‘m niet, maar ik weet zeker dat ie van achter z’n geraniums alles precies in de gaten houdt. De hut komt af en ‘s avonds is er zelfs een nieuwsgierig hertje dat komt kijken. Ze blijft de hele avond een beetje in de buurt. Zou ze vanavond slapen in de hut…?
Overnachting: Jumping Creek – Lewis and Clark National Forest
Yes! Hier heeft ze zo lang naar uitgekeken. Robyn is vandaag jarig, ze wordt zes. Ik heb altijd zo’n flashback dan, naar de rit in de auto op weg naar het geboortehuis. ‘Girls Just Wanna have fun’ klonk het op de radio. Nou toen voelde dat zeker niet zo, maar nu zes jaar later, staat het nummer op de playlist dat we hier in de camper iedere dag aan hebben staan. Het is ons liedje geworden.
We starten de dag dus met kadootjes, de camper versierd met ballonnen en slingers. Ze heeft verder drie wensen voor vandaag: een Mc Flurry eten, zwemmen en ‘s avonds frietjes. Dat moet goed komen.
De route van vandaag leidt ons verder het eindeloze dennenbos in en gaat vervolgens over in glooiend heuvellandschap zonder een enkele boom.
Great Falls is echt een industriestadje, waar grote dammen in de rivier zorgen voor de energie voor een groot deel van de staat Montana. Ze hebben hier zoals de naam al doet vermoeden enorme watervallen alleen zijn die nu minder heftig door de dammen die erin gezet zijn. Great Falls heeft dus ook een Mc Donalds (en BurgerKing, Taco Bell, Pizzahut, en alle andere ketens). De Mc Flurrywens is dus al in vervulling gegaan voor we op de camping aankomen. We doen ook gelijk even boodschappen bij de Walmart en laten de olie verversen, dat moet na 10.000 kilometer en die hebben we er inmiddels al ruim opzitten. Wat een afstand hè?
We boekten een KOA camping voor vandaag, daar komen we rond een uur of drie aan. Normaal zijn het KOA Journeys waar we staan, meer doorreiscampings, maar dit is een KOA Holiday. Daar is net even wat meer te beleven. Er is een splash pool met glijbanen, waterspuiters en ligbedjes. Daar gaan we natuurlijk eerst heen, maar het water is zo koud nog dat er weinig echt gezwommen wordt. Ondanks de strakblauwe lucht en 23 graden, want dat hadden we besteld voor Robyn haar verjaardag. We doen een wasje en zoeken naar een gouden muntje, want als je die vindt kun je wat lekkers halen bij de receptie. Robyn is de gelukkige!
‘s Avonds rijden we weer naar dezelfde Mac voor de frietjes. Ze hebben er geen vegaburger en zelfs geen salade, voor mij als vegaatje zit er dus niks anders op dan me ook op de frietjes te storten. Gelukkig worden ze een beetje knapperig gebakken, want meestal zijn die frietjes een grote slappe hap.
Als we nog even in de speeltuin zijn ‘s avonds zien we een treintje achter een golfkarretje voorbij sjezen, daar willen wij ook in natuurlijk. We mogen mee. In een noodgang rijden we de hele camping over. Hoe verder je achterin zit, hoe meer stofhappen je doet. En rijden we door een kuil in het pad heen dan vlieg je de lucht in. Lachen gieren brullen! Gelukkig is het na 2 rondjes klaar, we moeten allemaal onder de douche nu.
We ontdekken tijdens onze rit ook nog een kinderboerderij, vanmorgen zijn er biggetjes geboren. Te klein en te schattig! Deze wil ik mee naar huis nemen. Er loopt ook een geit met één mislukte hoorn, Unicorn Billy is zijn naam, verder nog een alpaca en papa zwijn.
Vanaf 20:00 uur is er live countrymuziek, lucky us! We mogen een verzoeknummertje indienen. A Horse with no name kennen ze niet, maar Happy Birthday wel. Speciaal voor Robyn. Een betere afsluiting van de dag is er niet toch?
Overnachting: Koa – Great Falls
Een gratis pancake breakfast zit er in ons campingpakket! Nou dan hebben we wel echt alles uit ons nachtje KOA gehaald hoor. We rollen terug naar de camper, de pannenkoekenlucht nog in m’n haar.
Voor we doorrijden willen we nog even bij die watervallen en dammen in de rivier kijken. We hopen het te combineren met een klein wandelingetje, maar die combinatie lijkt lastig. Toch zijn ze indrukwekkend hoor, zeker als je weet dat ze tientallen jaren geleden al gebouwd zijn. Even voor de Dam vinden we gelukkig nog een wandeloptie, we gaan voor de korte hike van 0.6 mijl. Makkie!
Maar eenmaal op het pad nergens meer een bordje. Aan de hoogte van het gras lezen we af dat dit niet een pad is dat vaak bewandeld wordt. Ik durf het bijna niet te zeggen, maar het is gewoon saai. Langs de rivier een heel eind, veel verder dan 0.6 mijl in ieder geval. Na een poos komt er dan toch een bordje: 1.1 mijl wanneer je terugloopt over dezelfde weg en 1.2 mijl wanneer je het rondje doorwandeld. Tja, ga dan maar door.
Het gras wordt hoger en Fynn en Henk lopen een flink stuk voor ons. We kletsen weer wat over niks en klagen over het saaie pad en over hoe moe onze voeten zijn. Tot we Fynn en Henk weer zien staan. Ah, ze wachten even op ons. Dat is fijn.
Wat blijkt… Henk is bijna op een ratelslang gaan staan. Hij zag ‘m nog net op tijd. En nu durven ze niet meer verder. Als ik ga kijken op de plek waar Henk ‘m zag zie ik meneer slang zitten. Een aardig formaat heeft ie. Hij ratelt met z’n staart om ons te waarschuwen en glijdt dan heel rustig van het pad terug het hoge gras in. Brr, rillingen! Daar wil je echt niet op gaan staan, laat staan door gebeten worden. We wachten even tot hij ver genoeg weg is en vervolgen dan onze route. Maar het loopt ineens niet zo lekker meer, hij is hier vast niet alleen.
Gelukkig halen we allemaal heelhuids de camper. Werd dit saaie pad toch nog een beetje spannend! Op ons eenvoudige campinkje hangen we de hangmat weer op en genieten we van de jonge eekhoorntjes en prairiehondjes die hier een aardig gangenstelsel gegraven hebben. Lekker luie middag nog, met een groenteomelet als avondeten. Dat beloof ik namelijk al dagen…
Overnachting: Lake Shel-Oole campground in Shelby
Douchen, nu het nog kan! Dat kan dan weer wel op deze eenvoudige camping, nog warm ook. Een soort van “pakken wat je pakken kunt”, geen idee wanneer er weer een douche komt namelijk.
De route van vandaag is in het begin best wel heel saai. We zien de bergen wel in de verte, maar echt dichterbij lijken ze niet te komen. Maar dan, na kilometers glooiende heuvels waar geen eind aan lijkt te komen, rijden we ineens langs een kraakhelder blauwe rivier met stroomversnellingen. De heuvels maken plaats voor bergen. Met een vergeten plakje sneeuw. Zelfs eind juni nog dus. Glacier National Park is in zicht!
We hebben zowaar weer een camping gereserveerd. Uiteraard in het nationale park: Apgar Campground naast Lake McDonald, net na de westelijke entree. Bij aankomst op de camping eten we gauw een broodje, we hangen de hangmat vast op voor later vandaag en dan willen we op pad. De zon schijnt en de bergen lonken! Onze camper is alleen 25 feet en wil je echt de bekende pass over, via de going-to-the-sun-road, dan mag je niet langer zijn dan 21 feet. Nou rijdt er wel een shuttle om dat probleem op te lossen, maar die starten pas 1 juli.
Er zit niks anders op dan te rijden tot waar het is toegestaan: de parkeerplaats bij Avalanche lake. Op de website van de National Park Service (NPS) kun je trouwens alle updates volgen betreft de wegen in de parken. Deze weg is namelijk onder constructie en dat betekent 10 mile dirt road en stof happen.
Per toeval veroveren we daar een parkeerplekje en dan kunnen we. We lopen langs een kraakhelder riviertje, slingeren dan een donker bos in met bomen die alleen nog bovenin blad/ naalden hebben en vervolgens nog een stuk door dichte lage struikjes. We begroeten een hertje dat een stukje met ons meeloopt en dan is daar Avalanche Lake. De meren in Canada hebben er een concurrent bij. Blauw kraakhelder smeltwater, dan een randje groen bos en vervolgens kale rotsige bergen aan de overkant waar vijf gigantische watervallen naar beneden stromen. Met de blauwe lucht erboven komen al die kleuren nog beter uit de verf. We besluiten dat dit de plek wordt voor onze zaterdagmiddagborrel… niet verkeerd!
Terug wordt er vooral door Robyn wat meer gemopperd over vermoeide beentjes, maar ze haalt het op eigen kracht. Eenmaal weer op de parkeerplaats wordt het een broodje hotdog aan de rivier, gewoon omdat het kan. En dan lekker slapen. Ik gooi Robyn in bed en Henk en Fynn wandelen nog even naar Lake McDonald vlakbij de camping. Ze komen dolenthousiast terug. Hier gaan we morgen met z’n viertjes nog even heen na het eten! Heerlijk warm nog in de zon en spiegelglad.
Als ik Fynn in bed gelegd heb en me afvraag waar Henk gebleven is, word ik naar buiten gelokt. “Ik hoef geen thee” zegt ie en hij houdt twee biertjes in de lucht. “Ik heb een vuurtje gemaakt!” Heerlijk! Het is hier qua temperatuur echt fijn om ‘s avonds nog even buiten te zitten. We proosten op ons mooie avontuur en maken plannen voor Canada. Over een paar dagen gaan we de grens over.
Overnachting: Apgar campground – West Glacier
Ook vandaag weer fantastisch mooi weer! Na het ontbijt eerst eens even langs het bezoekerscentrum voor wat tips, want de ‘famous’ Going-to-the-sun-road mogen wij met onze camper dus niet rijden.
Tip van de ranger: de Oxbow trail, langs een beverdam en kans op Moose. Nou, daar gaan we voor. De Moose staat nog hoog op ons lijstje. We vinden de dam, maar geen bever of moose te bekennen.
We rijden door naar Lake McDonald voor onze picknicklunch, we bakken eens een tosti voor de verandering. De zwembroek is aan, Fynn is vol overtuigd: hij gaat zwemmen. Nou kan ik naast geur helaas ook geen temperatuur toevoegen aan ons reisverhaal, maar ik kan je zeggen dat het steen en steen koud is. Uiteindelijk is Robyn degene die als eerst plat op d’r buik durft te gaan liggen. De bikkel! En dan kan Fynn niet achterblijven natuurlijk. Gezwommen wordt er niet, maar ze gaan er vele malen verder in dan ik. Alleen mijn grote teen is nat.
Omdat de wandeling van vanmorgen zo zonder bever of moose eigenlijk een beetje saai was besluiten we ook nog de Johns Lake Loop te wandelen. Het meer van gister heeft indruk gemaakt, dus we hopen dat dit net zo’n meer is. De kleine parkeerplaats blijkt vol, maar ik laat m’n scoutingskills eens even los op de kaart en concludeer dat het pad verderop de weg kruist dus dat we daar ook zouden kunnen beginnen. Het blijkt nog te kloppen ook. Best een beetje trots.
Nou blijkt alleen het kaartje met wandelroutes niet te zijn bijgewerkt betreft “road closures”. Halverwege is het pad dicht, je kunt niet verder. Nou daar gaat ons idee van een rondje, we moeten over dezelfde weg terug. Daar waar de camper geparkeerd staat zijn ook nog twee watervallen in de buurt, dus die pakken we nog mee en dan lekker terug naar de camping. Ik maak een pastasalade die we lekker op het kiezelstrandje kunnen opeten. Het is er inderdaad nog heerlijk toeven zo in de zon.
Langzaam verdwijnt de zon achter de bergen en is het voor Robyn tijd om lekker te gaan slapen. Die heeft het echt nodig om 20:00 uur. Fynn gaat tegenwoordig bijna net zo laat naar bed als wij, die is z’n ritme lekker aan het verleggen. Voor 22:00 uur slaapt hij niet en pas tegen 08:00 uur ‘s morgens komt ie z’n nestje uit. Het is ook nog zo lekker lang licht!
Overnachting: Apgar campground – West Glacier
Volgende week is het zover… we gaan de grens met Canada over. Al had ik nog weken in Amerika kunnen reizen, dit verveelt nooit. Maar Canada wordt vast ook weer ultiem genieten!
Draadnagelweg 6,
3525BV Utrecht
Tel: 06 - 45 02 94 57
nynke@reismetkinderen.nl
KVK: 72667133
Reacties: