juni 27, 2018
De week van vriendjes en vriendinnetjes, die duidelijk een positief effect op Fynn hebben. En van watervallen en kolkende canyons, die vervelen echt nooit. We luieren aan het meer van Bohinj en bouwen dammen in de rivier. Helaas ook de week van de eerste schade en een bekeuring van meneer agent…
Kamp Koren in Kobarid is eigenlijk best wel een relaxte plek. We komen nog een Nederlands gezin tegen dat voor langere tijd op reis is, zo leuk te zien dat toch best wel wat gezinnen dat doen. Even wifi nog bij de receptie, even nog wat filmpjes downloaden voor de kids, even nog een afwasje, Robyn nog even slapen, even nog… En zo is zo maar weer 12:00 uur. Fynn heeft z’n vriendinnetje alweer opgezocht. Hij stond vanmorgen vroeg al tien minuten naast de camper te wachten tot de deur openging. Je ziet ‘m dan ook beteuterd kijken als ze vertellen vandaag weer weg te gaan. Hij is het uurtje er na echt weer even boos om niks, beetje verdrietig. We gaan nog maar even naar de konijntjes en wat paardebloemen voeren aan de geiten. Zinnen verzetten.
En als Robyn wakker is gaan we op pad, vanaf de camping is er nog een waterval waar je zo heen kunt wandelen. Stadje door, waarbij het overigens echt opvalt dat het hier leeft op straat en op de terrassen. Ze zitten aardig vol. Dat was eerder in onze reis echt nog niet het geval. Gelijk zo’n andere sfeer geeft dat dan in zo’n stadje. De wandeling brengt ons bij Slap (waterval) Svino. Gelukkig iets minder ver dan de wandeling van gister, maar het is goed warm. Fynn loopt in z’n blote bast voorop. Die ruikt het ijsje in het dorp denk ik.
En als we terugkomen heeft het Duitse vriendinnetje plaatsgemaakt voor een Engelse. Spannend spannend. “Maar ik ken haar toch helemaal niet?” En na een uurtje hoor ik ‘m zeggen: “Nou volgens mij is ze nu wel mijn vriendin”. Hij is weer helemaal in z’n element!
Gelukkig voor ons gaat het Engelse vriendinnetje vandaag ook weer door, dat scheelt weer een teleurstelling. Als we willen wegrijden gaat mijn deur ineens niet meer dicht. Hij valt niet meer in het slot. Hebben wij dat? We proberen wat, rammelen wat, duwen wat en ineens zit ie dicht. Ok, rijden maar. We horen verschillende berichten over het meer van Bled, maar vooral dat we daar niet naartoe hoeven. Zwaar overrated. En dus hadden we het meer van Bohinj al op de planning staan.
Onderweg is de kloof bij Tolmin een mooie stop. Het blauwe water van de Soca rivier stroomt hier door de kloof heen. We parkeren in de schaduw, smeren nog een broodje voor onderweg en dan zijn we er klaar voor. Wat blijkt alleen, mijn deur gaat nu niet meer open. Ik moet dus steeds door de camperdeur zelf naar buiten, lekker handig dit.
Door het park loopt een heel pad, al zigzaggend langs de kloof, over bruggetjes en door rotstunnels. We worden nat van de druppels die naar beneden vallen en het water is zo helder dat je de forel ziet zwemmen. Fynn wandelt weer zonder te mopperen mee. Alleen de grot aan het eind vindt ie doodeng. Hij gaat pas mee als we beloven het lichtje op onze telefoon aan te doen. Maar het blijkt niet nodig, hij is dicht. Je mag er alleen met een gids naar binnen. “We hadden echt geluk hè, dat ie dicht was.”
Robyn vindt het steeds prima om op pad te gaan. Je hoort d’r niet in de rugdrager, soms zie je alleen nog een blond bolletje, dan is ze in slaap gevallen. Erg fijn dat ze het zo lekker vindt in dat ding, stel je voor dat ze het op een krijsen gezet had iedere keer.
En dan rijden we door naar Bohinj. Onderweg een flinke regenbui, maar hé wat nu valt… De weg is ontzettend smal en we slingeren lekker door de bergen heen. Soms eens een tegenligger, maar het gaat steeds goed. Voor een Nederlandse tegenligger wil Henk nog iets verder opzij gaan, dat doen wij Hollanders voor elkaar natuurlijk. We staan redelijk strak naast de vangrail stil, laten onze landgenoot passeren en dan wil Henk weer terug de weg op sturen. Voel je ‘m aankomen? ‘Pas op, zwengt uit!’ of wat staat er altijd op de stadsbussen.
Nou dat doen wij dus precies zo. Op het moment dat Henk de weg opstuurt zie ik de achterkant langzaam tegen de vangrail drukken, ik roep nog maar kan niet voorkomen dat we er een flink schaafplek en een kapot achterlicht aan overhouden. De eerste schade is dus gereden. We grappen nog dat de camper langzaam uit elkaar valt en dat we over een aantal weken met alleen de wielen de straat weer in komen rijden.
We rijden de camping op en parkeren de camper na wat speurwerk tactisch: in de buurt van het speeltuintje en tegenover een ander Nederlands gezin. Met, wat een geluk, twee kids. Een meisje iets jonger dan Fynn en eentje van Robyn haar leeftijd. Zelfs Robyn heeft dus nu haar allereerste vriendinnetje gemaakt op de camping. En de overdekte zandbak is favoriet dit keer. De zak met zandbakspeelgoed wordt steeds weer heen en weer gesleept. Fynn ligt laat in bed, die was onderweg in slaap gevallen.
Overnachting: Kamp Danica, Bohinjska Bistrica (3 nachten)
Wat een fijne plek zeg! Aan een mooi riviertje, leuk speeltuintje, stadje in de buurt, broodjesservice, vriendinnetjes. Top! Ook Fynn zie je gelijk veranderen, hij zit zoveel lekkerder in z’n vel sinds we Slovenië in kwamen. Dat hier leeftijdsgenootjes zijn heeft daar dus echt een heel grote invloed op. Ik had me dat nooit zo gerealiseerd. Hij wil eigenlijk het liefst de hele dag op de camping blijven en spelen. Wat wil je ook, z’n vriendinnetje blijft speciaal nog een dagje langer, eigenlijk zou ze vandaag alweer weg gaan.
Ondanks dat er slechter weer voorspeld is maken we toch plannen voor vanmiddag. Als Robyn ’s middags wakker is pakken we de fiets maar weer eens. Broodjes smeren, picknickkleed mee, zwemspullen, camera. Zo allemaal in de fietstassen. Handig die dingen zeg! We fietsen over een prima maar heuvelachtig fietspad (met wat klimmetjes van 10%) naar het meer van Bohinj. Onderweg treffen we onze andere overburen nog, een wat ouder stel zonder kids. Ook zij worden, ondanks alle andere kids om hun camper heen, blij van deze camping. Ook zij blijven er onbedoeld langer hangen dan gepland. Heerlijk als je die vrijheid hebt hoor.
We vinden een lekker grasveld aan het meer van Bohinj en we zijn niet de enigen die zo’n zwemplekje gezocht hebben. Je stapt vanaf de kade zo het meer in, het eerste stuk is zo ondiep dat je de vele vissen ziet zwemmen en dat zelfs Robyn er kan staan. Hier en daar valt een klein spatje, maar het trekt ook weer snel helemaal open. Blauwe lucht! Fynn en Henk duiken het meer in, de dames bekijken het vanaf de kant. Hier vermaken we ons prima. En dan moeten we alleen nog maar even terugfietsen. Robyn valt op de fiets in slaap, het valt ook niet mee dat reizen.
Eenmaal terug op de camping kletsen we nog wat met de buren, Fynn zit weer in de zandbak, de vriendenkring heeft zich ondertussen uitgebreid met twee Nederlandse jongetjes en ’s avonds spelen ze allemaal nog even bij de rivier. Fynn en z’n vrienden gooien de grootste stenen in de rivier en plagen de eenden door net te doen alsof ze brood in het water gooien, z’n vriendinnetje zoekt de kleine mooie steentjes er tussenuit. Verschil tussen jongens en meiden is weer duidelijk. 😉
Maandag, wasdag. We besluiten toch nog maar lekker een dag te blijven, zo lekker hier. Leuke camping, Fynn heeft veel vriendjes (al moet ie vandaag wel z’n vriendinnetje uitzwaaien) en wij kunnen mooi nog even een wasje doen. Het is heerlijk weer dus vast zo droog. En Henk kijkt maar eens in de spiegel van de kapper. De hele dag blijven we op de camping hangen en bouwen dammen in de rivier (Fynn is het na een uur zat en geeft de opdrachten vanaf de kant, wij maar bouwen).
Die was hangt dus overal en nergens te drogen, want de waslijn is te kort voor deze berg. Dus stel je een plek voor met een dubbele waslijn tussen twee bomen, die hangt vol. En dan de rest van de was over de stoelleuningen, de trapjes uit de camper, over de spijlen van de campingtafel, de spin met sokken en ondergoed aan de fietsendrager, maar droog is het inderdaad zo.
Fynn heeft af en toe nog een boosmoment, maar eigenlijk gaat het heel goed. En dan komt het: we krijgen van de buurman een compliment over onze opvoeding. Hij heeft ons de afgelopen dagen van dichtbij meegemaakt en vindt het zo leuk te zien hoe wij het doen. “Je kunt zien dat ie goed is opgevoed”. Halleluja, die steken we even in ons zak.
En de dag wordt nog mooier als ik ’s avonds verrast wordt met een massage. Henk heeft een verlaat verjaardagskado geregeld en ik mag een heel uur relaxen, heerlijk is het! Om half 10 ben ik helemaal zen terug, gedoucht en al. De kids liggen al lekker in bed. Nou ja, ze slapen allebei net. Henk was er druk mee toen ik lekker werd gemasseerd. Zijn energie is op voor vandaag. Maar we zijn uitgenodigd door de ouders van Fynn zijn nieuwe vriendjes, lekker een wijntje doen. Eigenlijk hebben we er de kracht niet meer voor, maar als ik even ga zeggen dat we het aanbod afslaan zit ik ineens toch aan een wijntje. Ach, waarom ook niet.
Tijd om te gaan. Fynn vindt het niet zo erg, ook z’n vriendjes gaan vandaag weer. Hij krijgt van de buurvrouw nog wat lekkers mee voor onderweg (volgens Fynn mag hij alle chocolaatjes opeten onderweg…) en dan moeten we alleen nog even betalen. Contant. Het pinapparaat weigert dienst vandaag. Maar ja, gezien wij niet zo van de planning zijn hebben we dat niet. En dus lopen we wat vertraging op, Fynn en ik wandelen eerst nog even het dorp in om te pinnen. En dan gaan we echt.
We stoppen onderweg bij de waterval aan de andere kant van het meer: Savica. We vinden een parkeerplekje langs de weg, net voor de officiële parkeerplaats, waar onze camper precies past. Dan wandelen we, bepakt met boterhammen, naar de waterval. Het zijn flink wat treden, ik schat een stuk of 500. Puffend komen we boven, maar dan heb je ook wat zeg. Waterval links en uitzicht over het meer en de bergen eromheen aan de rechterkant. Beneden zijn we natuurlijk zo, we rollen bijna terug.
We belanden bij zo’n monumentje met een beeld van Maria. Fynn vraagt zich af wat het is en ik leg uit dat ie daar een gebedje kan doen. “Wat is dat, een gebed?” Nou, een soort van wens kun je dan doen. Wat Fynn zou wensen? Dat hij een engeltje is en dat hij dan iedereen die dood is naar de hemel brengt. Kijk, ineens komen de stenen beelden van de weg naar de begraafplaats van de soldaten weer terug. Daar heb ik ‘m inderdaad bij een van de beelden uitgelegd dat de engelen Jezus komen halen en naar de hemel brengen. Ik blijf dat bijzonder vinden, hoe dat bij kinderen werkt. Dat de dingen waarvan je denkt dat ze geen indruk maken ineens dagen later weer terug kunnen komen.
En dan komen we bij de camper terug… We hadden beter ergens anders voor kunnen bidden want er hangt een dikke bon op het raam. Verkeerd geparkeerd. Nee, er staat geen bord dat het niet mag en dus proberen we er bij de plaatselijk parkeerwachters nog wat aan te doen, maar nee. Onverbiddelijk. Aan het begin van de kilometers lange weg zou een bord gestaan hebben dat je auto’s alleen op de officiële parkeerplek mag zetten. we zitten in een Nationaal Park en daar mag je niet langs de weg staan. Flauw zeg. Beetje jammer van de centen dit: 40 euro als je ‘m binnen acht dagen betaalt. Zo niet? Dan is het 80 euro. Duur land zo dat Slovenië, eerst de schade, nu dit. Niet te lang over nadenken.
We rijden langs het bekende meer van Bled, we willen het toch gezien hebben dat kerkje op het eiland. Wat zijn we blij dat we hier inderdaad niet overnacht hebben. Geen parkeerplek te vinden voor je camper, overvol, regen, alleen maar touringcars en een kerkje op een eilandje inderdaad maar bijna niks van te zien door het slechte weer. We rijden er gauw doorheen, op naar onze kleine boerencamping.
Het druppelt nog wat na als we de camping oprijden. Het advies van de dame bij de “receptie” (meer dan een houten balie is het niet) is om dichtbij het pad een plek te zoeken. Niet te ver het natte gras in. Ja inderdaad, daar hebben we vorige keer wel van geleerd. We parkeren ‘m naast een Nederlandse camper waar we al gauw twee kids spotten. Yes, Fynn blij! Wij blij! Mama moet natuurlijk wel even mee kennismaken, veel te spannend. Binnen tien minuten zit Fynn binnen in de camper, samen met Luke en Beau, met Thomas de trein te spelen. Thuis kijkt ie bijna niet naar die spoorbaan om en nu zegt ie dat we z’n baan hadden moeten meenemen…
Beau is net zo oud als Fynn en Luke z’n jongere broertje van twee. Boefjes ook, net als Fynn. We raken aan de praat met paps en mams. Wat op het eerste gezicht een doodnormaal gezin lijkt met twee kids blijkt al snel een heel verhaal te hebben. Ze zijn namelijk ook nog ouders van dochter Jill, die met drie maanden overleed aan een acute hersenvliesontsteking. En zoon Beau heeft naast autisme ook de ziekte Alström en daardoor zeer slecht zicht. Hij gaat hoogstwaarschijnlijk ook niet oud worden. Middels crowdfunding hebben ze daarom deze reis mogelijk gemaakt. Om samen een blijvende herinnering te maken. Heel veel bewondering voor!
Wij kunnen soms flink mopperen op Fynn en plakken ‘m zeker 2x per week (misschien wel 2x per dag) achter het behang. Maar ik zou ‘m voor geen goud willen missen. Wat zijn wij dan toch eigenlijk gelukkig met Fynn zijn boze buien en drukke gedrag. Reality check, dat is het.
Overnachting: camping Trnovc in Duplje
Op regen zitten we niet te wachten, tijd om verder te gaan dus. Omdat we dezelfde kant op gaan als Beau en Luke besluiten we om deze nacht weer op dezelfde camping te gaan staan. Kunnen de kids nog even spelen, dikke maatjes zijn het al. We slaan nog even in bij de Lidl. Dat is Henk zijn favoriete bezigheid, die kickt op koopjes en aanbiedingen en ze hebben er bijna alles. En rijden dan via Skofja Loka, de best bewaarde middeleeuwse stad van Slovenië (als we de boekjes moeten geloven), naar Ljubljana. Smalle, steile straatjes, mooie bruggen, een leuk pleintje, lekker terrasje met koffie en ijs en een houten duivelsbrug. Leuke stop!
De buurtjes zijn net even eerder op de camperplaats dan wij en hebben heel lief een plekje voor ons gereserveerd. De jongens staan alweer op Fynn te wachten. En die is onderweg in slaap gevallen, dus moet nog even wakker worden. Onderweg hebben we nog even contact gehad met elkaar, wordt het de camperplaats met ieder uur een goederentrein of gaan we voor degene waar ieder uur een kerkklok klinkt.
We doen de laatste, op de gok. Camperplaatsen zijn toch eigenlijk vrij hutje mutje, net iets te voor ons idee. Officieel mag (of kan) je er geen campinggedrag vertonen, dus geen luifeltje uit, geen stoeltjes en tafels buiten. Nou is dat niet zo’n ramp, maar wij hebben dus wel twee kids die we tussen 06:00 uur en 08:00 uur een soort van stil moeten houden omdat de buren op slechts 1,5 meter staan. En weinig tot geen andere kinderen op camperplaatsen, dat maakt het nog iets ongemakkelijker.
We eten pizza in het restaurant, want als je daar minimaal 20 euro besteedt dan mag je gratis overnachten. Goede deal! Die kerkklokken blijken alleen niet het enige… Deze camperplaats heeft nog wat geitjes en drie hangbuikzwijntjes. En die laatste vinden het nodig om precies naast onze camper te gaan liggen slapen. Nooit geweten dat die beesten zo konden snurken. Niet te geloven! Gelukkig worden ze gestoord door de geitjes die er bovenop klimmen om bij de zachte blaadjes van de boom te komen en besluiten ze ergens anders te gaan liggen snurken.
Overnachting: camperplaats Pri Kovacu in Ljubljana
Het was me het nachtje wel. De kerkklok moet concurreren met die in het dorp ernaast geloof ik. De een nog luider en langer dan de ander. We zijn dus weer vroeg wakker. En dat heeft ook zo z’n voordelen, want als wij om half 10 de camping afrijden richting Ljubljana worden de buren net wakker. We zwaaien en roepen nog wel even contact te hebben.
We parkeren op de P&R, de plek die we hadden afgeslagen, met de goederentrein. De korte tijd dat wij op die P&R staan om even een kaartje te kopen zien we ze inderdaad al veelvuldig voorbij komen. Voor 1,20 euro kopen we ons buskaartje en zijn we zo in de stad. We zigzaggen over de drie bruggen, de slotjesbrug en de drakenbrug, we struinen over de markt en nemen dan de gondel omhoog naar het kasteel. Natuurlijk doen we een picknick in het Tivolipark en wie treffen we daar? Beau en Luke. Lekker nog even samen spelen en dan echt afscheid nemen en weer ons eigen pad op. Fijne reis jongens!
We rijden die middag alweer een stukje richting het zuiden. Richting de bekende grotten en de kust, via de Vipava vallei. Dat rijden in de middag bevalt eigenlijk heel goed. In de ochtend wat actie en dan ’s middags nog een stukje rijden. En het zijn geen honderden kilometers hoor, anderhalf tot twee uur. Nadeel is alleen dat Fynn vaak in slaap valt als ie ’s morgens al een stuk gewandeld heeft en dan kunnen wij onze eigen avond wel vergeten. Zo ook nu.
De camping zelf: Kamp Tura, die voor de verandering alleen toegankelijk is via een hele steile weg, is wel weer een plaatje. We staan op een mooi plekje naast een enorme bergwand met als hoogste top, hoe kan het ook anders, de gelijknamige Tura. En we hebben een mooi uitzicht over de vallei. Het is er gezellig druk. De bergsporters hebben er op het sportveld voor de camper hun oefenwand en toevallig vanavond hun seizoensafsluiter voor de kids. Fynn heeft gelijk vriendjes. Beetje voetballen en overschieten. En dan kun je natuurlijk ook mooi meeliften op het ijsje dat wordt uitgedeeld. Al is het wel moeilijk dat je dan eerst je avondeten moet opeten en we het ijsje nog even in de vriezer zetten. Tjee, wat zijn wij streng he?
Overnachting: Kamp Tura in Vipava (3 nachten)
Volgende week duiken we de grotten in en gaan we de grens met Kroatië over. We gooien ons oorspronkelijk reisplan om en blazen maar liefst één kaarsje uit voor Robyn haar verjaardag.
Draadnagelweg 6,
3525BV Utrecht
Tel: 06 - 45 02 94 57
nynke@reismetkinderen.nl
KVK: 72667133
Reacties: